'Grapperhaus heeft niet opgeroepen tot geweld tegen dierenactivisten'
De klagers vonden dat de minister met zijn uitspraken ‘over de grens van het onbetamelijke’ ging en dat hij varkenshouders opriep om misdrijven te plegen tegen activisten. De dierenorganisaties noemden de uitspraken ‘uiterst beledigend, laatdunkend en dreigend’. Grapperhaus had het in zijn uitlatingen onder meer over een hogedrukspuit en sprak over activisten als ‘ze’, ‘die lui’ en ‘die gasten’’.
Klacht ongegrond
De adviescommissie vindt dat Grapperhaus met zijn uitlatingen niet heeft opgeroepen tot eigenrichting. „De beklaagde (Grapperhaus, red.) heeft het gebruik van geweld en eigenrichting uitdrukkelijk ontraden", stelt de commissie. Het door de minister gebruikte voorbeeld van de hogedrukspuit moet volgens de commissie worden beschouwd als middel ter afschrikking en verdediging, niet als wederrechtelijk aanval- of geweldmiddel. De klacht werd dan ook ongegrond verklaard.
De adviescommissie vond wel dat Grapperhaus zich tijdens de ALV sterk leek te identificeren met de aanwezige varkenshouders en de dierenextremisten en activisten tot gezamenlijke vijand te maken. Toch snapt adviescommissie de gelegenheid en emotie van het moment waarin de minister moest optreden voor een zaal met gekwetste varkenshouders. Zij hadden de stalbezetting in Boxtel immers nog vers in het achterhoofd. Grapperhaus heeft volgens de commissie een beschermende rol willen aannemen en geprobeerd de partijen die in de zaal zaten recht te doen zonder de rechtsstaat te schaden.
Belasterd
Evengoed had Grapperhaus zijn woorden anders kunnen kiezen, oordeelt de adviescommissie. ‘De beklaagde had zijn opvattingen over het incident in Boxtel kunnen overbrengen zonder daarbij de tweespalt tussen de varkenshouders en hijzelf enerzijds, en de dierenactivisten anderzijds te benadrukken door middel van woorden als ´ze´, ´die gasten´, ´deze mensen´ en ´die lui´, “, aldus de commissie.
Grapperhaus heeft volgens de commissie daarmee de ernstige verdenking op zich geladen van partijdigheid, hetgeen niet past bij zijn ambt als minister van Justitie en Veiligheid voor alle Nederlanders. „Hoewel aangenomen mag worden dat dit niet de bedoeling is geweest, heeft hij zijn uitlatingen op dit punt later niet genuanceerd."
De adviescommissie zegt derhalve begrip te hebben voor het feit dat klagers zich door de beklaagde belasterd voelen.
