China bant nog steeds Nederlands varkensvlees: 'Nog niks om ons gerust over te stellen'
In tegenstelling tot berichten vorige week, mag Westfort nog steeds niet exporteren naar China. De internationale nieuwssite Reuters meldde vorige week dat vlees uit de IJsselsteinse slachterij weer naar China mocht, maar dat is een misverstand. „Het is een verschil in EG-nummers die is doorgegeven”, zegt Westfort-directeur Jaap de Wit jr. „We zijn nog steeds tijdelijk geschorst.”
De COV heeft een lijst met rapporten over de situatie in Nederland aangeleverd. „Het is de vraag hoe snel dat door China wordt omgezet in daden”, zegt Van Dongen. Hij heeft intensief contact met de Chinese overheid. „Ik ben nog steeds optimistisch en positief gestemd, maar we hebben nog niks om ons gerust over te stellen. Ik kan er ook nog geen tijd op vastplakken over wanneer de export weer kan starten.”
Doordrongen van de ernst
De Chinese overheid wil er zeker van zijn dat er geen mogelijkheid is dat het COVID19-virus zich via voedsel verspreidt. Chinese inspecteurs hielden daarom vorige week woensdag een video-inspectie bij Vion in Apeldoorn. Op deze manier wilden zij een beeld krijgen van de situatie in de Nederlandse slachterijen. „China is tevreden over de maatregelen die we genomen hebben in de slachthuizen. Het land is ook doordrongen van de ernst van de situatie die wij hier hebben. Het is nu afwachten.”
Petfood
De vleesproducten zoals oren, koppen, staarten en poten, die normaal naar China gaan, komen nu onder meer op de Afrikaanse markt terecht. „Maar wel voor een veel lagere prijs, omdat we het niet altijd kunnen verwaarden op de markt voor humane consumptie. Soms wordt het ook verkocht als petfood. Dat is wel heel jammer.”
Slachterij Westfort bevestigt dat dat de producten die eerder naar China gingen, nu als petfood worden verkocht op andere markten. Volgens Jaap de Wit jr. is de verklaring daarvoor logisch. „China heeft een heel andere manier van vleesbeleving”, legt de directeur uit. „De koppen en staarten zijn hier een afvalproduct, maar daar is het gewoon een premium product. En China is ook nog eens de helft van onze wereldconsumptie. Er is geen andere markt die de hier afgewaardeerde producten zo waardeert als China.”