Ander eetpatroon biedt kans voor boeren
Nederlanders eten niet gezond en niet duurzaam, stelt het PBL in het rapport ‘Voedselconsumptie veranderen: bouwstenen voor beleid om verduurzaming van eetpatronen te stimuleren’.
De gemiddelde Nederlander eet zo’n 10 tot 20 procentpunt meer dierlijke eiwitten dan volgens de aanbevelingen van de Schijf van Vijf, en zo’n 10 tot 20 procentpunt plantaardige eiwitten te weinig. Overheidsinspanningen om dit eetpatroon te veranderen hebben weinig succes gehad. Volgens de auteurs van het rapport komt dit omdat de overheid te veel heeft ingezet op het gedrag van de individuele consument, terwijl die consument de consumptiepatronen volgt die in de maatschappij zijn ingesleten.
Daarom kan de overheid, samen met andere partijen uit het voedselsysteem, beter proberen te sturen op een verschuiving van die patronen naar een meer duurzaam (lees: meer plantaardig) eetpatroon. Als die patronen veranderen, menen de onderzoekers, dan bewegen de consumenten mee.
Kansen voor boeren
Het rapport is vooral gericht op een verandering in het eetpatroon van de consument. Op het eerste gezicht is het dus niet interessant voor Nederlandse boeren, erkent Michiel de Krom, een van de auteurs van het rapport. Het grootste deel van de Nederlandse landbouwproducten worden immers over de grens verkocht, terwijl een groot deel van het Nederlandse voedsel wordt geïmporteerd.
„Maar dat dat patroon nu zo is, betekent niet dat dat ook in de toekomst zo zal moeten zijn“, vindt hij. Hij ziet mogelijkheden voor een patroon waarin minder, maar wel kwalitatief beter, vlees wordt gegeten, en waar consumenten dan de prijs betalen die daarbij hoort. Daarmee opent zich een marktsegment voor boeren en ketenpartijen die minder op volume, maar meer op kwalitatief hoogstaande producten, sturen.
Supermarkt en restaurant
Daarbij speelt prijs wel een rol, maar die is minder belangrijk dan veel mensen denken, stelt de onderzoeker. Hij gaat daarbij in tegen het beeld dat de consument in de supermarkt altijd naar het meest goedkope artikel grijpt. „De prijsverschillen tussen verschillende kwaliteiten vlees zijn niet groot genoeg om een doorslaggevende rol te spelen“, vertelt hij.
„De prijs is maar een van de factoren die de keuze van de consument bepalen.“ Co-auteur Hanneke Muilwijk valt hem bij: „In de afgelopen jaren is de consumptie van duurzamer vlees gestegen. Dat komt niet door de prijs, maar doordat de supermarkten één-ster-vleesproducten als standaard zijn gaan aanbieden.“ Hier heeft de supermarkt - samen met ketenpartners en de Dierenbescherming - een rol gespeeld in het veranderen van het consumptiepatroon, stelt ze.
Zij ziet een rol weggelegd voor supermarkten en restaurants in het veranderen van het consumptiepatroon. Daarbij trekt ze een vergelijking met Italiaans eten. „Je ziet dat Nederlandse gezinnen in de jaren zestig zelf meer Italiaanse en Chinese gerechten zijn gaan klaarmaken, nadat er Italiaanse en Chinese restaurants kwamen waar ze met deze gerechten konden kennismaken, en nadat supermarkten de ingrediënten voor die maaltijden in het assortiment opnamen“, meent ze.