‘Varkenshouderij voorbeeld hoe ze omgaan met stoppers’
„Sectorpartijen richten met steun van een bank een ontwikkelingsbedrijf op, dat koopt gericht bedrijven op en verkoopt deze ruimte aan de voorhoedebedrijven. Het benodigde geld moet vooral uit de sectoren zelf komen op basis van vrijwillige of verplichte bijdragen, aangevuld met steun van banken en overheid.” Dat schrijft de commissie Duurzame Veehouderij van de SER (Social Economische Raad) onder leiding van Ed Nijpels in het advies wat dinsdag is overhandigd aan staatssecretaris Van Dam.
Richten op voorhoede
Volgens de commissie zouden overheden, banken en bedrijfsleven zich alleen nog richten op een brede voorhoede van 30 procent van de agrarische ondernemers. De rest dient zich, of te streven naar betere resultaten, of in staat gesteld worden op een goede manier te stoppen. De commissie Nijpels realiseert zich dat verduurzaming tot een prijsstijging van dierlijke producten zal leiden. „Bij een hogere kwaliteit hoort een hogere prijs die door de gehele keten moet worden waargemaakt.”
Daarom zullen behalve veehouders, overheid en banken ook andere schakels in de keten (veevoerbedrijven, dierenartsen, verwerkende industrie en retail) actief moeten meedoen. Omdat de EU een open interne markt is zullen ‘allianties van retailers en toeleveranciers op basis van vrijwilligheid bovenwettelijke eisen moeten stellen en handhaven, ook voor geïmporteerde producten.’ Nederland moet ook binnen de EU bondgenoten zoeken die meehelpen bij het stimuleren van een meer duurzame landbouw in Europa.
Regels aangescherpt
Verder moet mest echte waarde krijgen, zo stelt de commissie. „Terwijl mest als afvalproduct nu grote milieudruk oplevert kan de grondstof mest het vierde product van de veehouderij worden naast melk, eieren en vlees.” Mestopwerking van het hele bedrijfsoverschot tot producten met marktwaarde moet verplicht worden, inclusief een systeem van kwaliteitsborging, meerjarige afspraken over afzet en innovatieve technieken om fosfaat, stikstof, kalium en zink er uit te halen.
Een belangrijk punt vindt de commissie ook een regionale dialoog tussen ondernemers, werknemers en burgers ‘om de veehouder weer midden in de maatschappij te plaatsen.’ Op terreinen als dierenwelzijn, gezondheidsrisico’s en milieuoverlast zijn onder druk van de maatschappij afgelopen jaren wel de regels aangescherpt maar de commissie denkt dat die in de praktijk te weinig worden gehandhaafd; „Dit schaadt de maatschappelijke waardering voor de sector, het vertrouwen in de overheid en het frustreert de bedrijven die wel willen veranderen en investeren.”
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Twitter