AgriFood Capital mag vier jaar verder
Jaarlijks gaat er 4 euro vanuit de negentien samenwerkende gemeenten in Noordoost-Brabant per inwoner naar AgriFood Capital. Daarmee mag de stichting die nu drie jaar bezig is, nog minstens vier jaar verder.
Tegenstanders
Agrifood Capital is het samenwerkingsverband van ondernemers, overheden en onderwijsinstellingen in de regio Noordoost-Brabant. Binnen AgriFood Capital werken partijen samen aan innovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken rondom duurzaamheid, voeding en gezondheid.
„Wat we doen is niet in euro's uit te drukken", zegt Roel Schutten, directeur van AgriFood Capital. Hij kent de geluiden van de tegenstanders, zoals de SP in Boxmeer die deze week een motie indiende om maar meteen te stoppen met AgriFood Capital. 'AgriFood Capital is niet de economische motor die verwacht werd', stelt de Socialistische Partij.
Aantrekkelijk
„Het is belangrijk dat we de regio aantrekkelijk houden om in te werken, om te wonen en voor bedrijven om zich te vestigen", zegt de Boxmeerse burgemeester Karel van Soest, lid van het stichtingsbestuurslid van AgriFood Capital namens de burgemeesters in het Land van Cuijk. „We moeten de krachten bundelen om mee te tellen. We brengen overheid, ondernemers en onderwijs bij elkaar. Alleen samen kunnen we de regio versterken. Het dna van de agrifood zit hier in de regio. Als iedereen voor zichzelf bezig blijft, komen we niet verder. We moeten juist de mensen bij elkaar brengen. Dan kunnen we het Land van Cuijk versterken.”
Een op de vijf banen in deze regio is rechtstreeks verbonden met de agrarische sector. Van oudsher huizen in regio Noordoost Brabant veel agrarisch getinte bedrijven zoals Marel, MSD, Nutreco en Nutricia.
Innovaties
Volgens Ton Wilthagen, hoogleraar Arbeidsmarkt aan de universiteit van Tilburg, is het belangrijk dat de regio goed inspeelt op de arbeidsmarkt. „Mensen moeten eten en dat moet ergens geproduceerd worden. Je kunt de hele keten hier houden. Van productie tot en met verwerking. Maar dan moet je met innovaties vooroplopen. Je moet nu opleiden voor de banen van morgen.”
Voor meer informatie kijk op de site.