Hond en kat gebruiken iets minder antibiotica dan varken
Dat zegt het SDa (Autoriteit Diergeneesmiddelen) na een driejarig onderzoek (2012 tot en met 2014) onder dierenartsen in opdracht van het ministerie van Economische Zaken.
Het antibioticagebruik in de veehouderij wordt al veel langer gemeten. Het ministerie wilde echter ook weten hoeveel en welke soorten antibiotica voor huisdieren en voor paarden worden gebruikt. Volgens de SDa zijn de uitkomsten zo bevredigend dat een jaarlijkse rapportage niet meer nodig is en er volstaan kan worden met 1 onderzoek per 3 jaar bij dierenartsen.
Antibioticagebruik gezelschapsdieren
Bij gezelschapsdieren was het gerbruik in 2014 ongeveer 2,6 DDDA (Defined Daily Dose Animal). Twee jaar daarvoor was dat nog 3,14 DDDA. Bij melkvee is het verbruik lager, 2,38 DDDA (in 2015) maar bij varkens (9,05 DDDA) , vleeskuikens (14,59 DDDA) en kalveren (22,05 DDA) ligt dat beduidend hoger.
Bij paarden is het gebruik van antibiotica het laagste, ongeveer 0,5 DDDA in 2014.
Wel geldt net als in de landbouw dat de verschillen tussen de dierenartsenpraktijken ook bij huisdieren en paarden groot zijn. Omdat het totaalverbruik laag is, vindt de SDa dat geen probleem.
Hoog gebruik
Bij landbouwhuisdieren stelde de SDa al eerder dat het verbruik bij rundvee zo laag is dat daar nauwelijks meer actie kan en hoeft te worden ondernomen. In de andere sectoren worden vooral veehouders en dierenartsen met een hoog gebruik (in het rood) kritisch bekeken.
Afgelopen jaren, waarbij de totale hoeveelheid antibiotica met bijna 60 procent daalde, ging het vooral om een brede en meer algemene aanpak. Daarbij werd ook het gebruik van antibiotica die voor de humane gezondheidszorg belangrijk is ontmoedigd.
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Ellen Meinen