Video: Brummelhuis presenteert ideale vrijloop-kraamopfokhok
In hun oude veldschuur bouwden Harrie en zijn zoon Jarno Brummelhuis twee jaar geleden een proefstal met zes vrijloop-kraamopfokhokken. Ze experimenteerden er op los. De ervaring met de proefstal gebruiken ze in hun nieuwe stal met 242 vrijloop-kraamopfokhokken.
Zichtruimte en skybox
De stal heeft aan de voorkant een skybox waar je over de vrijloop-kraamhokken van de eerste afdeling uitkijkt. Bezoekers kunnen op afspraak in de zichtruimte komen kijken. Aan de lange zijde is een lichtstraat waardoor de dieren veel daglicht hebben. Bezoekers kunnen hier altijd zonder afspraak naar binnen kijken. De stal telt in totaal twaalf afdelingen; één afdeling wordt gebruikt voor het tijdelijk huisvesten van zeugen. „Hier kunnen we de slachtzeugen plaatsen voordat ze weggaan of de zeugen die we net gespeend hebben”, vertelt Harrie.
„Ik denk dat het ons flexibeler maakt en dat we veel plezier aan deze afdeling gaan beleven. Als dat niet zo is, dan bouwen we deze afdeling om tot een afdeling met vrijloop-kraamopfokhokken.” Elke afdeling telt aan weerskanten elf hokken en elk hok is 2,5 bij 2,5 meter. De biggennesten liggen tegen het controlepad aan en hebben een doorzichtige onderkruip met warmtelamp. „Jonge biggen hebben stralingswarmte nodig.”
Risico doodliggers
In het vrijloophok scheidt het voorste hek van de kraambox het biggennest van het zeugengedeelte. Het andere hek staat omhoog geklapt. Als de zeug aan het vreten is, kan het hek eenvoudig omlaag en is met een paar eenvoudige handelingen de zeug opgesloten. Ze ontdekten in hun proefstal dat het onvermijdelijk is om de zeug meteen na het werpen enkele dagen op te sluiten. „Als een zeug zich omgooit na het werpen, heb je het grootste risico op doodliggers”, verklaren ze hun keuze wat ze ook onderzocht hebben in hun proefstal.
Na deze vier dagen krijgt de zeug haar volledige bewegingsvrijheid terug. De hoogte van de hokafscheiding tussen de zeugen is 1 meter, waarvan de bovenste 35 centimeter bestaat uit een doorkijkgedeelte. „Zo kunnen zeugen naar elkaar kijken. We hebben geleerd dat dit belangrijk is voor de rust in de afdeling.” De hokken zijn uitgerust met kunststof roosters en drie kleine betonnen eilanden van 60 bij 80 centimeter. Hoewel Harrie het nog niet kan onderbouwen met resultaten heeft hij een goed gevoel over deze combinatie. „Ik zie dat de zeug het prettig vindt om op het beton te gaan liggen en voor zeugen en biggen is het goed voor het afslijten van de klauwen.”
Twee droogvoercircuits
Voor het voeren gebruiken ze een klepelbak die voor zowel zeug als gespeende biggen te gebruiken is. Boven de klepelbak hangen twee droogvoercircuits voor het voeren van zeugen- en biggenvoer. Als de biggen vier weken oud zijn, halen ze de zeug weg bij de biggen. De biggen blijven daarna nog vijf weken in de kraamopfokhokken. Door de verminderde speendip halen de biggen na negen levensweken een gemiddeld gewicht van 27 tot 28 kilogram. „Wij denken dat de hogere groei en verminderde arbeid de meerkosten van het vrijloop-kraamopfokhok ruimschoots compenseren.”
Op vrijdag 16 december organiseert de familie Brummelhuis de open dag van hun nieuwe vrijloop-kraamopfokstal van 13.30 tot 17.00 uur. Het adres is Bekkenhaarszijweg 3, 7645 AK Hoge Hexel.
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Joyce Kuster