Van Dam: Afschaffing fosfaatplafond of aftrek mestverwerking
Dat schrijft Van Dam in een brief aan de Tweede Kamer over het zesde actieprogramma. Volgens de staatssecretaris zijn vanaf 2017 de mestverwerkingspercentages op een zodanig niveau vastgesteld dat sprake is van evenwicht op de Nederlandse mestmarkt.
Van Dam gaat daarom bij de Europese Commissie bepleiten dat het niet nodig is om nog langer via een plafond in de derogatiebeschikking de fosfaat- en stikstofproductie in absolute zin te begrenzen.
Mocht de Europese Commissie vasthouden aan een productieplafond, dan zal de staatssecretaris er op aandringen dat mest die aantoonbaar buiten de Nederlandse landbouw wordt gebracht, buiten de berekening van de voor het plafond relevante productie kan worden gehouden of dat het plafond met die hoeveelheid kan worden opgehoogd.
Ook wil Van Dam bepleiten dat mineralenconcentraat boven de stikstofgebruiksnorm voor dierlijke mest gebruikt moet kunnen worden.
Nitraatrichtlijn
Overigens wil Van Dam In het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn maatregelen opnemen die zorgen voor een verbetering van de waterkwaliteit en voldoende zijn om een nieuwe derogatie te verkrijgen.
Dat is het belangrijkste beoordelingscriterium voor maatregelen in het zesde actieprogramma. Andere criteria zijn de landbouwkundige effecten van die maatregelen; de gevolgen voor de regeldruk die ondernemers ondervinden; de handhaafbaarheid van publieke en private maatregelen; en de gevolgen voor de uitvoerings- en handhavingslasten van de overheid.
Uitrijperiode
Verder neemt Van Dam het advies over van de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM) Deze stelt om in het toekomstig mestbeleid de mogelijkheden van gebruiksvoorschriften, inclusief precisiebemesting, teeltmaatregelen en gewasrotaties, te benutten om de doelen van het mestbeleid te realiseren.
Ook bekijkt hij wensen voor het verschuiven van de uitrijdperiode voor drijfmest op bouwland. Van Dam ziet vooral een voordeel wanneer ondoelmatige aanwending van mest in het begin van het jaar verminderd kan worden en in de nazomer meer ruimte is om de ontwikkeling van een goed vanggewas te stimuleren.
Gebruiksnormen
Bij de gebruiksnormen wordt bekeken in hoeverre een geconstateerde stijging van de gemiddelde gewasopbrengsten gevolgen moet hebben voor de hoogte van de gebruiksnormen. Van Dam benadrukt echter dat mogelijke negatieve effecten van een aanpassing van gebruiksnormen op de waterkwaliteit in zijn afweging zeer zwaar zullen tellen. Met betrekking tot het stelsel van fosfaatgebruiksnormen bereidt de staatssecretaris een actualisatie van dat stelsel voor
Bedrijfsspecifieke verantwoording
Van Dam wil verder ruimte gaan bieden voor het afleggen van verantwoording met betrekking tot de naleving van gebruiksnormen en gebruiksvoorschriften op basis van bedrijfsspecifieke managementsystemen. Hij is echter terughoudend om in de periode 2018-2021 bedrijfsspecifieke monitoring als basis te nemen voor maatregelen op specifieke bedrijven, omdat teveel middelen en tijd vergt.