De stip op de horizon van Johnny Hogenkamp
Ruim 30 jaar geleden kocht ik mijn eerste stalcomputer, volgens velen onzinnig, ‘zo’n computer kan toch niet voeren’. Later gelijke reacties met de opkomst van mobiele telefoon en internet, ‘nergens voor nodig’. We staan nog maar aan de vooravond van enorme technologische ontwikkelingen die de boer geen windeieren opleveren. Allereerst schets ik ontwikkelingen die via de oprit van het boerenerf binnenkomen en die vanaf de achterzijde meereizen door de voedselketen. De supermarkt, zo we die vandaag kennen, bestaat over 15 jaar niet meer. We zien dan lachend terug op de tijd dat we ons nog voortsleepten achter winkelkarretjes. De keten tussen producent en consument is fors ingekort en digitale faciliteiten begeleiden het met zorg geproduceerde voedsel pijlsnel richting eindafnemer. Onbemande koeltransportunits verzorgen de distributie tot aan de voordeur. Schakels als grossiers, tussenhandel en winkels zijn compleet verdwenen. Verwerkers blijven, maar enkel nog dienstverlenend. Producenten en consumenten hebben elkaar gevonden en beklinken samen de deal. De aangeroepen technologie schakelt vloeiend alle noodzakelijke stappen om tegen minimale verwerking- en logistieke kosten het voedsel van boerenerf naar huis te krijgen.
Aan de voorkant van dit boerenerf gelijke ontwikkelingen. Akkerbouwers en andere grondstofleveranciers schakelen direct met dierhouders, ook hier worden logistieke diensten technologisch aangestuurd zonder dat deze een eigen stem hebben in dit proces. Handel is uitgeschakeld, handel floreert immers per definitie door gebrek aan transparantie en dat gebrek bestaat over 15 jaar niet meer. Op enkele premixfabrieken na zijn er geen mengvoerfabrieken meer, voermengen gebeurt op de boerderij zelf. Bankiers, accountants en voorlichters zijn voor 90 procent weg geautomatiseerd. In de stallen en op de machines ontzorgen superslimme sensoren de boer en bewaken 24/7 dier en plant. Zij zijn zelfstandig in staat om te analyseren en wijzigingen in bedrijfsprocessen door te voeren. Dierenartsen en teeltbegeleiders behouden een bescheiden rol, op veel plaatsen kunnen ze nog een vertaalslag bieden van deze sensoren, hun analyses en data.
Bovenstaande is geen sciencefiction, de losse technologieën bestaan al, ze moeten enkel nog integreren. Voor zowel de primaire producent als de consument is de nabije toekomst aanmerkelijk beter dan ooit tevoren. Niet langer bepalen anderen wat de producent produceert en de consument consumeert. Niet langer gaan overbodige schakels met de gehele ketenwinst aan de haal. De wal keert het schip, boerenregie voert de boventoon. Het enige gevaar voor diens rendement blijft overproductie. We hebben over 15 jaar echter voedselscheidsrechters aangesteld welke digitaal de complete productie en consumptie in beeld hebben en deze zorgvuldig op elkaar afstemmen. De Autoriteit Consument en Markt mag zich niet langer meer met voedsel bemoeien, dit nadat maatschappij en politici eindelijk ondervonden dat ze de agrarische sector compleet aan het uithollen waren. Dat is over 15 jaar compleet anders, boeren is weer een lucratieve gewaardeerde way of life. Schaalvergroting zal nog 10 jaar doorzetten en dan stagneren. Belevingsboerderijen blijven er, evenals beleving shops. Van het voedselaanbod zal echter 95 procent geproduceerd zijn op hooguit tienduizend boerenbedrijven in Nederland. Landsgrenzen binnen Noordwest Europa zijn vervaagd en vormen geen belemmering meer. Vandaag zullen nog velen dit scenario als onzinnig bestempelen en dat is heel herkenbaar. De jonge generatie boeren ziet een mooie toekomst tegemoet.