NVV en LTO vinden meer mest verwerken nog onverstandig
NVV en LTO Varkenshouderij, voorstanders van evenwicht op de mestmarkt, hadden aangedrongen de percentages van 2016 te handhaven dat pleidooi vond gehoor bij een meerderheid in de Tweede Kamer. In Oost-Nederland is namelijk nog onvoldoende mestverwerkingscapaciteit, in Zuid-Nederland is een aantal installaties niet operationeel, als gevolg van problemen met de vergunningen.
Veehouders in de regio Oost moeten volgend jaar 52 procent van hun overschot aan fosfaat in dierlijke mest laten verwerken. Dit jaar was dit nog 35 procent. In Zuid stijgt het percentage van 55 procent dit jaar, naar 59 procent in 2017.
Herziening standpunt
De nu vastgestelde percentages zijn mede tot stand gekomen aan de hand van enquêtes onder mestverwerkers. De realiteit leert echter dat het lang duurt voordat mestverwerkingsinitiatieven daadwerkelijk zijn gerealiseerd. Dit duurt vaak langer dan een jaar. LTO en NVV blijven bij het ministerie op herziening van het standpunt.
Politiek
In de Tweede Kamer vinden de fracties van VVD, PVV, CDA ChristenUnie, SGP, Bontes/Van Klaveren en Houwers dat de verplichte verwerkingspercentages niet verhoogd moeten worden in 2017.
Het CDA diende op 21 december een verzoek in voor een schriftelijk overleg over het Mestbeleid op 17 januari 2017. Tot die tijd wil de Tweede Kamer niet dat er onomkeerbare besluiten worden genomen.