De stip op de horizon van Krijn Poppe

Nog tien jaar, dan zitten we in het BMW-segment met onze landbouw: Boeren Met Waardetoevoeging. Producten met een imago waar de klant niet om heen kan, of het nu voor consument, de industrie of voor de handel is. Dat moet de conclusie zijn voor wie lessen trekt uit 2016. Brexit, CETA, TTIP en Trump leerden ons het afgelopen jaar dat het open internationale handelsverkeer onder druk staat. Het over de grenzen wegzetten van bulkproducten wordt er niet makkelijker op. Tegelijkertijd zien we in Noordwest-Europa de economie aantrekken en de consument meer besteden. De wat luxere producten profiteren daarvan, zoals de telers van bloemen en potplanten hebben gemerkt.
Maar die aantrekkende economie betekent ook dat de arbeidskosten gaan stijgen. Dat zal deels worden opgevangen door robotisering en door het aantrekken van arbeid uit Bulgarije of Wit-Rusland in plaats van uit Polen. Daarnaast zullen ook de milieu- en dierwelzijnseisen komende jaren niet minder worden. Het stijgen van de kosten maakt concurreren op kostprijs er niet makkelijker op. Het Klimaatverdrag zal ook voor de landbouw gevolgen hebben en de deadline van de Kaderrichtlijn Water komt dichterbij. In 2017 moet blijken welke ruimte de landbouw wordt geboden als steeds meer provincies, waterschappen en gemeenten hun Omgevingsvisie gaan opstellen. Ik vermoed dat burgers alleen plaats zullen willen inruimen voor schone landbouw.
Hogere toegevoegde waarde
Tegen deze achtergrond zal de landbouw zich de komende jaren moeten richten op producten met hogere toegevoegde waarde. Er zijn tal van bronnen die voor die waarde kunnen zorgen. We kunnen bijvoorbeeld aantonen welke Nederlandse producten duurzamer zijn dan die van elders, en stoppen met producten die dat niet zijn. Bij Wageningen Economic Research rondden we net een project af waar we op 1100 bedrijven in Europa zulke data verzamelden.
Farming en Pharma kunnen zich ook richten op producten die passen in personalised nutrition, waarbij op basis van genetica en persoonlijke doelen een passend menu wordt aangereikt. Goed en gezond eten staat volop in de belangstelling, de smartphone en de cloud helpen mensen keuzes te maken en met big data kan de keuze steeds meer wetenschappelijk worden onderbouwd.
Een derde bron van waarde is het leveren van uitgangsmateriaal, machines en kennis. Net zoals we in pootaardappelen en fokvee veredelingskennis stoppen, zodat boeren elders in de wereld beter voedsel kunnen produceren. Over tien jaar is dat aangevuld met data-verzameling bij onze boeren en tuinders. Deze data vertaalt zich in teelt- en bewaarrecepten, waarmee exporteurs hun klanten nog beter laten boeren en bewaren.
Dit Boeren-Met-Waardetoevoeging moet de Nederlandse boeren helpen aan een inkomensverbetering zodat stijgende arbeidskosten geen probleem worden. De term ‘level-playing-field’ om scherpere eisen van de Nederlandse consument en overheid tegen te werken, zullen we over tien jaar dan ook niet meer gebruiken. BMW hoor je zelden klagen over hogere arbeidskosten en milieueisen in Beieren. Het is de Franse auto-industrie die zich met moeite in de markt kan handhaven die er de mond vol van heeft.
Boeren-Met-Waardetoevoeging streeft niet naar een gelijk speelveld maar creëert bewust een ongelijk speelveld voor niches. Nog tien jaar, en het is zover.
Tekst: Krijn Poppe
Beeld: Wageningen Economic Research