Altena wil terug naar uitval onder 10 procent
Hij noemt zichzelf een varkenshouder die graag met cijfers bezig is. Uitgebreide analyses van de technische resultaten heeft hij allemaal bij de hand. „Kijk, uit deze diagram blijkt dat ik strenger moet selecteren bij de oudere zeugen. Bij de oudere worps-zeugen is het aantal doodgeboren biggen te hoog.” Het tekent de 45-jarige varkenshouder die al sinds zijn 14e boer is. Afgelopen jaar speende hij 32,6 gespeende biggen per zeug, waarvan hij 31,6 biggen verkocht. De Overijsselse varkenshouder heeft een vermeerderingsbedrijf met 600 zeugen in Hoogenweg. Gert Altena is de gastspreker op de Pig Business thema-avond Fokkerij op 8 februari in Dalfsen. Het onderwerp van deze avond is ‘Verlagen van biggensterfte’.
Bigvitaliteit verbeteren
Ondanks de goede resultaten op zijn bedrijf is hij niet tevreden over afgelopen jaar; gezondheidsproblemen in de stal zorgde voor een teruggang van zijn resultaten. „Eind 2015 kreeg ik te maken met een verhoogd aantal verwerpers bij de zeugen. Bovendien steeg de uitval onder zowel zeugen als kraambiggen fors. In de kraamstal steeg de uitval tot 18 procent.” Zo abrupt als de problemen begonnen, zo abrupt waren ze ook weer weg na enkele maanden. De exacte oorzaak is nooit achterhaald, vertelt Altena.
De problemen hebben wel een weerslag gehad op de resultaten van vorig jaar. In 2015 speende hij nog 33,5 gespeende biggen met een uitval van 13,4 procent tot spenen. In 2014 haalde hij nog een uitval in de kraamstal van 9,4 procent. Altena hoopt en verwacht dit jaar weer onder de 10 procent uitval te zitten. Om dat te bereiken heeft hij onlangs van alle weekgroepen de geboortegewichten geregistreerd. „Ik wil achterhalen hoe ik de vitaliteit bij de pasgeboren biggen kan verbeteren. Bijna twee derde van de uitval in het kraamhok is toe schrijven aan niet levensvatbare biggen en te lage geboortegewichten.”
Stip-streepsysteem
Voor een goede start van de dracht werkt hij al jarenlang met een stip-streepsysteem in de dekstal. ’s Morgens en ’s avonds test hij de berigheid van de zeugen met en zonder zoekbeer. Zeugen die twee keer achter elkaar een goede stareflex tonen zonder beer, insemineert hij. In de drachtstal heeft hij twee dynamische groepen met voerstations van ongeveer 250 dieren. Hij hanteert het hoog-laag-hoog voerschema met twee verschillende voersoorten.
In de kraamstal krijgen de zeugen eerst met de hand drachtvoer voor het werpen. Na het werpen krijgen de zeugen onbeperkt voer in een klepelbak. „Ik merk dat de zeugen veel rustiger zijn en dat de voeropname stijgt. Bovendien teren de zeugen tijdens hun kraamperiode niet teveel in op lichaamsgewicht.”
Snelle groei
Een ander belangrijk voordeel van het onbeperkt voeren, vindt Altena de goede melkproductie met een betere groei van de kraambiggen omdat hij gemiddeld de biggen op 21 dagen speent. „Wij willen na 3 weken biggen van 6 kilogram spenen en daarom moet de melkgift van de zeug goed zijn.” Hij heeft ook proeven gedaan om op vier weken te spenen, maar hij zag geen veel beter resultaat in de gespeende biggenstal.
Hij heeft in 2015 de switch gemaakt naar aankoop van Deense genetica. De Overijsselse varkenshouder zet sinds dit najaar zijn biggen af in Duitsland. Wekelijks exporteert hij via een handelaar zo’n 350 biggen op een gewicht van 26 kilogram. Hij gebruikt de PIC 408-eindbeer.
Woensdagavond 8 februari is de vernieuwde Pig Business thema-avond Fokkerij in Dalfsen. De aanvangstijd is 19.15 uur.
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Ellen Meinen