Familie Janssen blinkt uit in lage biggenuitval
Eens in de vijf weken werpen er 120 zeugen tegelijk op het bedrijf van de familie Janssen in Escharen. Gonnie en Thijs en twee andere medewerkers zijn dan de hele dag druk om alle biggen de zorg te geven die nodig is. „Dit is telkens een hele drukke, maar belangrijke periode voor ons. We zijn dan veel in de kraamstal aanwezig, maar geen 24 uur”, zegt Thijs. De 22-jarige varkenshouder werkt volledig mee op het varkensbedrijf en is de gastspreker op de Pig Business thema-avond op 15 februari in Nederweert-Eind. Het onderwerp van deze avond is ‘Verlagen van biggensterfte’.
Drie locaties
Toon en Gonnie en hun zoons Thijs (22) en Daan (21) werken allemaal in het familiebedrijf Tojapigs. Het bedrijf heeft drie locaties. Een gesloten bedrijf met 500 zeugen in het Brabantse Escharen en twee fokkerijbedrijven in het noorden van Frankrijk. Op de voormalige Dalland-bedrijven fokken ze SPF-zeugenlijn en eindberen voor Topigs Norsvin. Toon reist wekelijks op en neer om de Franse bedrijven te runnen samen met tien andere medewerkers. In het Brabantse Escharen zijn Gonnie en Thijs verantwoordelijk voor het dagelijkse werk in de stallen.
Het bedrijf in Escharen is in 2012 volledig leeggedraaid en verbouwd. De zeugenstallen zijn nieuw gebouwd en uitgebreid tot 500 zeugen, alleen de stallen met 3.500 vleesvarkens zijn intact gebleven en uitgebreid. De herbevolking is gerealiseerd met SPF-gelten vanaf hun locatie in Frankrijk. Ook stapte de familie over van een driewekensysteem naar een vijfwekensysteem om zo rond het werpen nog meer aandacht te kunnen geven aan de biggen.
Biggen verleggen
In de eerste 24 uur na geboorte laat de familie de tomen intact en alleen de biggen met de meeste buikvulling sluiten ze een paar uur op. Na de eerste levensdag verleggen ze de biggen. Omdat ze met een meerwekensysteem werken, kunnen ze geen pleegzeugen maken. Om alle biggen bij de zeug groot te kunnen brengen, geven ze de tomen na 3 à 4 dagen melk bij. Na twee weken schakelen ze over naar vast voer.
De familie heeft zowel de Topigs-20 zeug als de TN-70 zeug. Thijs merkt dat de TN70 zeug een andere voerstrategie vraagt in de kraamstal. „Het is een meer magere zeug die eerder afvalt in het kraamhok, doordat ze een hoge melkgift heeft.” Ze beginnen met tweemaal daags de kraamzeugen te voeren, in de vierde en laatste week voeren ze de zeug vier keer per dag. Het gaat om porties van maximaal 3 tot 3,5 kg voer die ze per keer voeren. Om de zeug te laten wennen aan grotere porties voeren ze tijdens de dracht alle zeugen eenmaal daags.
PRRS-uitbraak
Volgens Thijs doen ze er alles aan om zoveel mogelijk rust te creëren in het kraamhok. „Biggen behandelen we op de gang en er wordt zo min mogelijk geluid gemaakt in de afdelingen.” Een andere reden voor de lage biggensterfte is volgens de jonge varkenshouder de hoge gezondheidsstatus op hun bedrijf.
Een jaar geleden kregen ze te maken met een PRRS-uitbraak op hun varkensbedrijf. In de groep zeugen die daarna uitgeteld was zagen ze direct meer problemen. „We zagen minder vitale biggen bij de geboorte met lagere geboortegewichten en hogere uitval in het kraamhok”, somt Thijs de problemen van destijds op. Ze besloten om in overleg met hun dierenarts de bedrijfsprotocollen aan te scherpen. Inmiddels vertonen de bloedtiters weer negatieve PRRS-waardes en is de rust weer een beetje wedergekeerd.
Woensdagavond 15 februari is de vernieuwde Pig Business thema-avond Fokkerij in Nederweert-Eind. De aanvangstijd is 19.15 uur.
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Susan Rexwinkel