Varkens in Nood weerspreekt kritiek van CBL
De stichting stelt dat indien de tellingen geëxtrapoleerd worden naar het totaal aantal varkens dat geslacht wordt voor het Beter Leven Keurmerk, dit vrij exact klopt.
De cijfers stemmen ook overeen met uitkomsten van het rapport 'Tucht van het merk zorgt voor geborgd vers vleesketens', dat in januari 2017 is gemaakt door SBR Consult in opdracht van het ministerie van Economische Zaken.
Volgens de opstellers van dit rapport heeft 44 procent van het varkensvlees in de supermarkt het Beter Leven Keurmerk. Varkens in Nood komt tot een wat hoger percentage, maar dat komt waarschijnlijk doordat deze percentages recenter zijn. Ook kloppen de percentages met de informatie die slachterijen aan de stichting hebben verstrekt.
Geen onderbouwing
De koepelorganisatie van supermarkten CBL stelt dat 94 procent van het varkensvlees voldoet aan het Beter Leven Keurmerk of aan het keurmerk Varken van Morgen. Dit cijfer is niet onderbouwd. Noch Varkens in Nood, noch SBR Consult hebben die onderbouwing bij het CBL los kunnen krijgen.
Slachterijen stellen verder dat het Varken van Morgen geheel door het Beter Leven Keurmerk is verdrongen. Men wil geen twee slachtlijnen voor bijna hetzelfde varkensvlees. Varkens in Nood leidt daaruit af dat er vrijwel geen 'Varken van Morgen vlees' wordt geproduceerd.