Een derde Vlaamse varkenshouders kampt met betalingsachterstand
![](http://d3ncyx4db87lab.cloudfront.net/29/079/44de6e155.-detail.jpg)
Bijna 30 procent van de respondenten kampt met een betalingsachterstand bij een veevoederfabrikant. Dat blijkt uit een grootscheepse overheidsenquête waaraan bijna 1.200 Vlaamse varkenshouders deelnamen.
De responsgraad lag met 34 procent heel hoog, wat neerkomt op 1.171 van de ongeveer 3.500 varkenshouders die de enquête invulden.
Toekomstperspectief
Gevraagd naar de toekomst van het eigen bedrijf ziet 35 procent van de varkenshouders het somber in. Bijna vier op de tien heeft geen vertrouwen meer in de toekomst van de Vlaamse varkenshouderij. Een kwart van de respondenten gaf aan de toekomst wel met vertrouwen tegemoet te zien.
De grootste knelpunten voor varkenshouders zijn een mix van economische factoren en het overheidsbeleid van onder meer milieueisen en administratieve lasten. De lage marktprijzen staan met stip op één als grootste zorg.
Stoppende buurman
Ongeveer de helft van de respondenten vindt dat de Vlaamse varkensstapel kleiner moet (46 procent) en onrendabele bedrijven de sector moeten verlaten (55 procent). Kanttekening hierbij is dat varkenshouders vooral ‘hopen’ dat ‘de buurman’ stopt, waardoor hun toekomstperspectieven toenemen, eerder dan dat zijzelf de productie beëindigen.
Van de respondenten geeft 16 procent aan in de komende vijf jaar te willen stoppen met de varkens en 10 procent wil helemaal stoppen als landbouwer. Dit komt neer op drie procent stoppers per jaar, wat een afname is van de boerenpopulatie die we inmiddels gewend zijn geraakt in Vlaanderen. De schuldenlast wordt het vaakst genoemd als reden waarom ze niet kunnen stoppen.
Bedrijfsuitbreiding
Een beperkt aantal bedrijven wil uitbreiden: tien procent van de vleesvarkensbedrijven en drie procent van de zeugenbedrijven. Het zijn vooral de grotere bedrijven die op verdere groei mikken, en ze willen ineens een grote sprong maken.
Ten opzichte van hun huidige bedrijfsomvang zijn ze over vijf jaar graag 60 procent groter. Die ambitie ligt ongeveer gelijk op de vleesvarkens- en zeugenbedrijven.
Niet over uitbreidingsmogelijkheden beschikken, wordt door één op de vijf varkenshouders aangekaart als probleem. Een kwart vindt het eigen bedrijf te klein om leefbaar te zijn. Het (niet) verkrijgen van vergunningen is voor 30 procent van de respondenten een probleem.
Financiële problemen
Van de bijna 1.200 varkenshouders die de enquête invulden, geeft meer dan een kwart toe dat er financiële problemen zijn. Bijna drie op de tien niet-contractproducenten heeft een betalingsachterstand bij een veevoederfabrikant.
In twee derde van de gevallen gaat het over een achterstand van meer dan drie maanden. Een overstap van financiering door de veevoederindustrie naar de banken blijkt niet vanzelfsprekend. Volgens twee op de drie respondenten is een kaskrediet of overbruggingskrediet bij banken te duur.
Kunstgrepen
Een aantal varkenshouders wil stoppen, maar kan dat niet. De belangrijkste reden daarvoor is de schuldenlast. Sedert 2014 heeft acht op de tien respondenten één of meerdere kunstgrepen moeten uithalen om aan zijn betalingsverplichtingen te kunnen voldoen.
De meest genoemde maatregelen zijn de privéspaarcenten aanspreken, het bedrijfsspaargeld gebruiken, bezuinigen op de gezinsuitgaven en investeringen uitstellen.