Flexibel bouwen kan vrijloop-regelgeving uitlokken
De workshop ‘Flexibele kraamsystemen voor de toekomst’ werd geleid door Ben Voetdijk en Anouk van Verreijken Hooijer. Het ging vooral over het hergebruik van materialen. ‘Zou je weer een kraamstal durven bouwen voor 20 jaar’ was Ben zijn vraag. ‘Bouw slim en met visie’ was zijn advies.
Varkenshouders zitten er duidelijk mee welke regels op termijn gaan gelden in het kraamhok. Hooijer sprak over een circulair businessmodel qua bouwen. „Circa 80 procent hergebruik van vloerdelen en inrichting is het uitgangspunt; ombouwen kost zo maximaal 100 euro per zeug. De investering ligt iets hoger.”
In zo’n systeem kun je de biggenstal zien als een bufferruimte wanneer de hokgrootte van kraamzeugen bijvoorbeeld tot 6,5 – 7 m vergroot moet worden. Of je kunt afdelingen met 13 kraamhokken ombouwen tot afdelingen met 10 kraamhokken.
De zeugenhouders zagen er wel wat in: „Een goede zaak dat de spullen die een stalinrichter verkoopt zo lang mogelijk meegaan.” Anderzijds waren er ook bedenkingen: „Hiermee lok je misschien wel regelgeving m.b.t. vrijloop uit.” Varkenshouders kwamen ook met een alternatief om de putten te moeten aanpassen: „Plaats er bij nieuwbouw pootjes in, die de vloeren dragen!”
Brandwerendheid
De tweede workshop ging over duurzame en veilige stallen. Vooral brandwerendheid en toelaten van daglicht kwam aan bod. „Tijd winnen bij brand is belangrijk. Dat is één van de doelstellingen van het Bouwbesluit 2014, dat voor de varkenshouderij geldt.”
Arnold Groot Severt van Bouwimpex sprak over brandwerende panelen en dito deuren die branddoorslag minimaal 60 minuten weerstaan. Voldoen aan het Bouwbesluit is bij nieuwbouw vrij helder. Bij verbouw loop je soms tegen grote problemen op om aan brandveiligheidseisen te voldoen. Niet altijd is ook de kennis aanwezig en verzekeraars zijn er heel secuur in.
„Weghalen van stopcontacten en minder verlichting verkleint brandrisico’s,” zei hij. Lichtinstraling en de bijbehorende warmte ervaren sommige varkenshouders als hinderlijk. Toch hoeft dat niet: „Zelfs met HR+++glas is het economisch aantrekkelijk om daglicht toe te passen. Je kunt het zelfs integreren met inlaatventielen. En er zijn zelfs strengen mogelijk van spant tot spant,” aldus Groot Severt.
Duurzaam verwarmen
‘Wind en de buitentemperatuur zijn de grootste vijand van het stalklimaat.’ Over die stelling in de ‘Stienen’ –workshop was men het goed eens. Erwin Stienen toonde hoe windstoten en harde wind de ideale luchtstromen in de stal verstoren.
„We ontwikkelden een windcompensatie-systeem. Hiermee kun je dit probleem bij onstuimig weer op basis van drukverschillen, luchtsnelheid en windstoten beheersen. Er is compensatie nodig door extra, geregelde weerstanden bij systemen met directe luchtinlaat.” Hij liet ook zien welke halve oplossingen niet werken.
Nog altijd verlaat er veel energie in de vorm van warmte de stal via de ventilatie. Warmtewisselaars op basis van een zogenoemd Tichelmann-systeem kunnen in zomerbedrijf de scherpe kantjes van de pieken schaven. Ook waswater van de luchtwasser over een platenwisselaar leiden kan energetische voordelen opleveren. Maar dan wel uitsluitend bij chemische luchtwassers!