Geldkraan dicht voor twintig procent van de Brabantse varkensboeren
De onderzoekers baseren dit op basis van onderzoek dat ze uitvoerden in opdracht van D66. De politieke partij vond dat er veel onduidelijkheid was over de financiële positie van boeren in Noord-Brabant, een provincie met circa 1.900 varkenshouders. Het onderzoek liet ook zien dat de helft van de varkenshouderijen in de periode 2010-2015 geen droog brood verdiende. 2016 was daarentegen weer wel een goed varkensjaar. Het jaar 2017 ziet er tot dusverre financieel veelbelovend uit.
Gewoon doorgaan
Maar, met het houden van varkens valt in sommige jaren geen fatsoenlijk belegde boterham te verdienen. 2015 was dus zo’n dramatisch jaar. Maar, stoppen? Nee, de meeste varkensboeren gaan dan gewoon door. En dat terwijl de meeste varkensboeren in 2015 een gemiddeld inkomen hadden van onder de armoedegrens van 22.000 euro. Dat bedrag was inclusief het salaris van de partner. Tineke Klitsie, Brabants Statenlid van D66 zegt dat „boeren bang zijn om met een schuld te blijven zitten en niet weten hoe alles te regelen met de belastingdienst".Omroep Brabant vroeg zich derhalve af ‘waarom iemand doorgaat met zo'n verlieslijdend bedrijf. Dat blijkt uit het onderzoek toch een heel complexe beslissing te zijn.’
25 procent potentiële ontwikkelaars
De vraag of een bedrijf zich verder kan ontwikkelen, zich kan consolideren of tot de categorie wijkers behoort kwam ook aan de orde tijdens de thema-avond van Pig Business in Nederweert-Eind op 17 juni. Woordvoerder Kees Ligthart van ABAB zei daar: „De prijzen zijn nu uitstekend. Hij lijkt niet sexy maar dit is het moment om je te beraden op de toekomst. Wij houden de varkenshouder die spiegel voor. Uit onze gegevens blijkt dat circa 55 procent van de varkenshouders komt niet aan de norm om 30 euro per vleesvarken of 125 euro per zeug te reserveren. De rest reserveert dus onvoldoende.” Verder schatte Ligthart in dat binnen het ABAB-bestand maximaal 25 procent tot de potentiele ontwikkelaars behoort.
Samenwerken in de keten
Tussen het scenario 'geen krediet meer' (20 procent) en 'potentiele ontwikkelaar' (25 procent) zit dus een grote groep varkenshouders die de komende jaren waarschijnlijk met onzekerheid tegemoed gaat. Samenwerking in ketens, om vlees te produceren met een meerwaarde, waar bovendien vraag naar is, zou een optie zijn om toch in deze sector een boterham te blijven verdienen.