Mag Duitsland Nederlandse mest wel weigeren?
Sinds 2 juni voert Duitsland een mestbeleid met als uitgangspunt ‘eigen mest eerst’. Daarbij stelt bijvoorbeeld Nedersaksen nu belemmeringen aan het transport van mest uit Nederland. Helma Lodders, landbouwwoordvoerder voor de VVD, heeft 7 juni jl. hierover schriftelijk vragen gesteld aan staatssecretaris Martijn van Dam.
Opheldering
Ze vraagt de staatssecretaris onder mee om opheldering of Duitsland (Nedersaksen) deze aanvullende regels wel mag stellen en op welke basis van welke afspraken dit mag. Ook vraagt ze in de brief of de Europese Commissie hiervan verwittigd is. En ze vraagt de staatsecretaris of dit nieuwe mestbeleid, waarbij de import van Nederlandse mest wordt teruggedrongen past binnen het beleid van de Europese afspraken?
Nieuwe EU-afspraken
Nederlandse mest is in trek bij Duitse akkerbouwers omdat ze meer geld krijgen voor de mest. Ongeveer vier vijfde deel van de mestexport uit Nederland naar Duitsland wordt vervoerd naar Noordrijn-Westfalen. In Nedersaksen gaat het om ongeveer 5 procent. Volgens de overheid in Noordrijn-Westfalen is 40 procent van het grondwater in deze deelstaat vervuild door het overschot aan meststoffen. Daarom dringen ze aan op nieuwe en strengere Europese afspraken. Zo wil Noordrijn-Westfalen kortere uitrijperioden, meer opslagcapaciteit en strengere eisen voor restproducten van biogas.
'De impact van de strengere regels in Duitsland moet snel duidelijk worden.' zegt Lodders in een interview met BB TV. Daarin sprak ze ook over de mestfraude in Nederland en wat dit betekent voor de regels die in de maak zijn, zoals het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn.