Varkens in Nood verliest rechtszaak tegen supermarkt Dirk

Volgens Marcel Huizing, directeur Dirk van den Broek doet zijn supermarkt het goed op het gebied van dierenwelzijn. Dit vonnis sterkt het bedrijf daarin. Dirk gaf aan dat er geen wettelijke misstanden onder hun varkenshouders zijn en dat er zelden een calamiteit is.
Varkens in Nood wilde met deze zaak via de rechtbank aantonen dat er bij de productie van gangbaar varkensvlees sprake is van het massaal en structureel overtreden van de wet. De stichting dacht de rechtszaak te kunnen voeren gebaseerd op wetenschappelijke rapporten.
Maar de rechter oordeelde terecht anders. Iedere varkenshouder mag en kan niet anders produceren dan volgens de regels van wet.
Maatschappelijk debat
Als sommige rapporten beweren dat hiermee nog steeds niet een bepaald niveau van dierwelzijn wordt behaald, heeft dit niets met wetgeving te maken maar met een maatschappelijke discussie.
Dat is waarschijnlijk precies wat Varkens in Nood met de rechtszaak beoogt: het opstarten of warm houden van een maatschappelijk debat over dierwelzijn.
Die strategie geeft ViN indirect ook toe in hun persbericht. Daarin stelt ze dat: „…supermarkten een grote verantwoordelijkheid hebben en moeten hierop aangesproken kunnen worden. De triomfantelijke toon van Dirk dat ze deze zaak gewonnen hebben en in het gelijk zijn gesteld, kan niet verhullen dat ze alleen in het gelijk zijn gesteld door in de rechtszaal met een onwaarachtig verhaal te komen, dat door ons (logischerwijs) niet weerlegd kon worden…”
Met name in de laatste zin beseffen ze dat varkenshouders gewoon binnen de grenzen van de wet produceren
Hoger beroep
Varkens in Nood is in ieder geval ‘zwaar teleurgesteld’ en geeft aan: „In het licht van alle recente misstanden in de vee-industrie, in dezelfde krant (NRC) nog bevestigd door een groep dierenartsen, is het kwalijk dat een supermarkt met een niet onderbouwd verhaal ‘bij ons is alles goed’, wegkomt.” De dierenwelzijnsorganisatie overweegt in hoger beroep te gaan.