ZLTO vecht Brabantse plannen bij de rechter aan
Provinciale Staten van Noord-Brabant stemden afgelopen zaterdagnacht 8 juli in met de plannen van Gedeputeerde Staten om onder meer strengere emissie eisen al in 2022 in te voeren in plaats van 2028. Wat Hans Huijbers, voorzitter van ZLTO betreft is het pleit daarmee niet beslecht. „We maken sowieso een gang naar de rechter.”
Provinciale Staten gingen in grote lijnen akkoord met de plannen die Gedeputeerde Staten om de stikstofuitstoot uit stallen versneld terug te dringen en het stalderen in te voeren. Stallen moeten zes jaar eerder dan oorspronkelijk de afspraak was, voorzien zijn van de nieuwste emissiearme technieken.
En de bouw van nieuwe stallen in Oost- en Midden-Brabant moet gepaard gaan met de sloop van oude stallen in de directe omgeving. Dat beleid betekent het einde van ruim 500 Brabantse gezinsbedrijven. Honderden anderen komen onder de armoedegrens terecht, voorspelt ZLTO.
Onuitvoerbaar beleid
Daarnaast wilden partijen de zekerheid dat er aanvullende maatregelen komen die ervoor zorgen dat boeren niet te hard worden geraakt. Zo moeten er onder meer oplossingen komen voor jonge boeren, boeren die tegen hun pensioen aan zitten en voorlopers moeten de mogelijkheid krijgen om door te gaan. Dit is echter nog niet concreet geworden. „Wat blijft, is een pakket aan maatregelen dat grote consequenties zal hebben voor duizenden veehouders in Brabant”, zegt Huijbers.
Huijbers voorspelt dat het nieuwe beleid in de uitvoering zal vastlopen. In die mening staat hij niet alleen. „Ook veel Brabantse gemeenten vrezen de fase die nu komen gaat. Ze moeten een beleid gaan uitvoeren dat niet uitvoerbaar is.”
Volgens Huijbers schiet het milieu met deze maatregelen vrijwel niks op. „Het jaagt de schaalvergroting aan en vermindert de inzet op dierenwelzijn. Daarmee loopt de verduurzaming van de veehouderij vast.”