Leegstand varkensstallen neemt verder toe
Met onder meer door de plannen zoals in Brabant, de Stoppersregeling en de kostprijsdruk van de internationale markt zullen steeds meer varkenshouders en andere veehouders de komende jaren stoppen.
Volgens DLV-Advies wordt verwacht dat er tot 2030 zo’n 40 miljoen m² leeg komt te staan. Daarvan zal 16 miljoen m² worden gesloopt. De overige 24 miljoen m² kan een andere bestemming krijgen.
Onvoldoende oplossingen
Maar voor deze leegstaande gebouwen worden er op dit moment onvoldoende oplossingen gevonden. Steeds meer gemeenten zien in dat er namelijk maatwerk nodig is om agrarische gebouwen te saneren of een nieuw leven te geven. Maar de rompslomp is nog fors, procedures duren lang en kosten rijzen de pan uit.
DLV-Advies ziet dat er geen strakke regels zijn om agrarische gebouwen en erven te herbestemmen naar bijvoorbeeld een nieuw bedrijf of plattelandswoning. Wel hanteren provincies kaders en zijn er regelingen als Ruimte voor Ruimte of Rood voor Rood.
Als het gaat om een boerderij, stal of schuur te slopen, een nieuwe bestemming te geven, komt het altijd aan op maatwerk bij de gemeente. Voor herbestemmen kun je geen regels maken, alleen kaders. Iedere gemeente en locatie is anders, stel DLV-Advies.
Oude denkpatronen
Meer gemeenten maken werk van hun buitengebied, maar ze zijn ook vrij rigide in de regels hanteren of in oude denkpatronen blijven hangen. „Als de boer op dezelfde locatie een recreatiebedrijf kan creëren, kan hij een vervangend inkomen generen. Maar gemeenten moeten wel de ruimte geven”, zegt Jan de Groot van DLV Advies.
Hij ziet dat gemeenten worstelen met de regels voor het buitengebied. „De angst heerst dat ze een nieuw probleem creëren. Als ze te veel ruimte geven, bestaat de kans dat het een rommeltje wordt, gebouwen leeg blijven staan en dat werkt criminaliteit in de hand.”
Kostenplaatje
De kosten vormen ook een obstakel, ervaart De Groot. „Als je kijkt naar de hele omvorming van het bestemmingsplan, de onderzoeken die daarvoor moeten plaatsvinden, de vergunningen en de leges, dan kom je al gauw op 10.000 tot 20.000 euro.”
Daarbovenop kan nog een afdracht van de bestemmingswinst aan de gemeente komen, omdat de agrarische grond van functie verandert. “Dan heb je het over 25.000 tot 30.000 euro. Met een beetje pech heb je een kostenplaatje van 30.000 tot 50.000 euro en dan is er nog geen steen gebouwd. Dit soort bedragen schrikken boeren af”, stelt De Groot.
De vrees is dat gemeenten niet snel hun leges verlagen. Wel kunnen ze procedures vereenvoudigen. „We willen het platteland levendig houden, krimp, verrommeling en criminaliteit tegengaan en asbest saneren. Nou, dat kan best een stuk sneller door soepeler om te gaan met de procedures.'
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Tekst: DLV Advies
Beeld: Ingrid Zieverink