Kreupelheid door afwijkende bot-stofwisseling bij (vlees)varkens
Naast gewrichtsontstekingen bijvoorbeeld veroorzaakt door Streptococcen spp. of Mycoplasma hyosynoviae, kunnen ook stofwisselingsstoornissen een rol spelen bij kreupelheid. De belangrijkste zijn osteochondrose en ‘metabolic bone disease’ meldt de GD.
Calciumstofwisseling
‘Metabolic bone disease’ is een verzamelnaam voor aandoeningen zoals rachitis, osteoporose en osteomalacie. Al deze aandoeningen hebben te maken met een verstoorde calciumhuishouding. Dat kan komen door een onevenwichtig calcium-fosfor aanbod, een verkeerde kation-anion balans of een verstoord zuur-base evenwicht of door slechte voorziening van vitamine D.
Diagnose door biomarkers
De diagnose kan gesteld worden door pathologisch onderzoek, maar dat is tijdrovend. Bloedonderzoek op bot biomarkers kan sterke aanwijzingen geven over een verstoord calciummetabolisme. Het bepalen van de concentraties van calcium en fosfor is het bloed levert niet veel zinvolle informatie op, omdat die niet zo snel afwijkend zijn. Maar de biomarkers osteocalcine en CTx zijn wel goed geschikt. Osteocalcine is een maat voor de botopbouw en CTx voor de botafbraak. Afhankelijk van de leeftijd van de varkens komen deze twee stoffen in een bepaalde verhouding voor in het bloed.
Referentiewaarden biomarkers bijgesteld
De referentiewaarden voor opgroeiende (vlees)varkens zijn recentelijk, na een uitgebreide inventarisatie van gegevens van GD en van De Heus Voeders, bijgesteld. Bij gezonde varkens in de leeftijd van zes weken tot zes maanden is de osteocalcine-concentratie in serum tussen 15 en 40 (gemiddeld 27 µg/L) en het CTx tussen 0,15 en 0,50 (gemiddeld 0,30 µg/L).
Een slechte calciumvoorziening kan leiden tot lage osteocalcine en hoge CTx-concentraties aangezien elk dier de calciumconcentratie in het bloed altijd op peil wil houden en om dat te bereiken gaat het dier in noodgevallen meer botweefsel afbreken en minder opbouwen. Een te hoog osteocalcine-niveau bij relatief laag CTx-gehalte, kan duiden op een herstelreactie na een voorgaande periode van slechte calciumvoorziening.
Alleen risicogroep onderzoeken
Het is onverstandig om ernstig kreupele dieren te bemonsteren, aangezien die al vaak sterk afwijkende bloedwaarden hebben. Beter is het om dieren in de risicogroep te onderzoeken om een beeld van de bedrijfssituatie te krijgen bij een bepaalde categorie dieren. Het is ook heel belangrijk dat bloed voor dit onderzoek snel en gekoeld wordt aangevoerd naar het laboratorium omdat de concentratie van bot biomarkers in bloed anders vrij snel terugloopt wat tot verkeerde conclusies kan leiden.