Kamp komt op voor landbouw in Tallinn
Estland zit dit half jaar de ministerraden van de EU voor. Zoals andere voorzittende landen ook hebben gedaan, houdt het land ook een informele landbouwraad, waar de landbouwministers met elkaar van gedachten wisselen over een onderwerp aan de horizon. Dit in tegenstelling tot de normale landbouwraden, waar vooral actuele zaken worden bediscussieerd. In 2016 gebruikte Nederland de informele landbouwraad om de discussie over het GLB na 2020 te starten. In Estland zal het onderwerp risicomanagement in de landbouw zijn.
De toegenomen marktgerichtheid van het GLB heeft de boer meer afhankelijk gemaakt van de prijzen op de wereldmarkt, en daarmee – zoals bijvoorbeeld de melkvee- en varkenssector hebben laten zien - vatbaar voor crisissen als de prijs langdurig laag blijft. Estland vindt dat het huidige GLB niet in staat is om die crisissen adequaat het hoofd te bieden. Het nieuwe GLB zou meer instrumenten moeten bieden om boeren en landbouwmarkten hiertegen te beschermen.
Vragen
Estland wil met de landbouwministers en de EU-commissaris Hogan drie specifieke vragen bespreken:
- Gebruiken landbouwers instrumenten voor risicobeheer, nu het GLB meer marktgeoriënteerd is geworden, en geeft het GLB hun hiervoor efficiënte instrumenten?
- Moet de omvang van de Europese crisisreserve worden verhoogd?
- Kunnen directe betalingen worden gebruikt als risicobeheersinstrument? En moeten die dan verder geharmoniseerd worden (zodat iedere boer in Europa evenveel geld per hectare krijgt?
Nederland heeft, na het opstappen van Martijn van Dam, geen staatssecretaris van landbouw meer. Daarom zal Henk Kamp, de minister van Economische Zaken, namens ons land aanwezig zijn op de landbouwtop. Hij zal de vragen als volgt beantwoorden:
- De boer is primair zelf verantwoordelijk voor het verkleinen, spreiden en bufferen van risico’s. Maar het is noodzakelijk dat het GLB daarvoor goede instrumenten biedt.
- De huidige crisisreserve is te complex en biedt geen meerwaarde. Tot op heden is die zelfs nooit gebruikt, terwijl er toch genoeg aanleiding voor is geweest. Voordat er wordt gepraat over het vergroten van deze reserve moet de EU daarom eerst kijken naar het verbeteren van de werking hiervan.
- Directe betalingen zouden moeten worden omgevormd naar doelgerichte betalingen, waarin boeren worden beloond voor het nemen van maatregelen om bijvoorbeeld de duurzaamheid te verbeteren. Het gelijktrekken van de hectarepremie binnen de EU, waar Estland nu voor pleit, is geen goed idee. De verschillen tussen de lidstaten, in bijvoorbeeld de grondprijs, zijn daarvoor te groot. Bovendien leidt een hectarepremie tot een verhoging van de grondprijs, waardoor niet de gebruiker, maar de eigenaar van de grond wordt beschermd tegen volatiele prijzen.
Fipronil
Tijdens de landbouwraad zal EU-commissaris Andriukaitis (Gezondheid en Voedselveiligheid) ook informatie geven over de fipronil-crisis. De crisis heeft inmiddels een Europese dimensie en de Commissie is aan zet om de aanpak daarvan te coördineren. De lidstaten hanteren weliswaar dezelfde norm, maar dat heeft in de verschillende landen toch geleid tot heel verschillende aanpakken en communicatie over het onderwerp. Harmonisatie van deze aanpak is daarom nodig. Op 26 september komen de ministers van Landbouw en van Volksgezondheid bij elkaar voor een top over de crisis. Naar verwachting geeft de EU-commissaris hierover bij deze top meer informatie.