Boeren moeten nieuw voedselbeleid mee vorm geven
Hoogleraar Pieter van 't Veer schetste hoe twee ontwikkelingen het traditionele landbouwmodel in de verdrukking brengen. Aan de ene kant zal de wereldbevolking de komende decennia met nog eens de helft groeien, en ook welvarender worden, waardoor de vraag naar voedsel fors toenemen. Aan de andere kant moet de wereld een antwoord vinden op de globale temperatuurstijging. Deze ontwikkelingen, betoogde hij, vragen om een nieuw, integraal, beleid. Het huidige beleid omtrent voedsel, dat zich uitstrekt over beleidsterreinen als (onder meer) landbouw, volksgezondheid, economie en sociale zaken, is te versnipperd.
Daarnaast zou beleid op Europees niveau moeten worden geformuleerd, omdat de nationale schaal te klein is. Van 't Veer wees op de belasting op vet in Denemarken, die mislukt is vanwege grensoverschrijdende effecten.
Van 't Veer's collega Frans Kampers beschreef vervolgens technologische en maatschappelijke veranderingen die de voedselproductie zullen veranderen, en waar nieuw beleid rekening mee moet houden. Onder andere kweekvlees en de gentechniek crispr-cas ('een revolutie in voedselproductie') kwamen voorbij, maar ook precisielandbouw, robotisering en het gebruik van big data. Deze ontwikkelingen zullen helpen om de uitdagingen in de voedselproductie het hoofd te bieden.
Boeren, blijf betrokken
Voor de landbouw is het zaak om actief bij het proces betrokken te zijn, bleek uit de paneldiscussie na afloop. John Bell, directeur bio-economie bij de Europese Commissie, stelde dat de dialoog over nieuw beleid niet enkel in Brussel moet worden gevoerd, maar ook in de samenleving. „We need to take it outside", stelde hij. Voedsel is volgens hem het terrein waarop de komende tien jaar in Europa de meeste dingen gaan gebeuren. Hij nodigde de landbouw expliciet uit om die veranderingen mee vorm te geven, als primaire producenten van voedsel. „Boeren hebben de keuze; ze kunnen co-auteur zijn van het nieuwe beleid of ze kunnen over tien jaar aan de zijlijn staan." Ook WUR-voorzitter Louise Fresco was die mening toegedaan. „De markt gaat veranderen", waarschuwde ze. „Boeren zullen moeten blijven kijken wat de markt vraagt en daar met hun aanbod en bedrijfsvoering op inspelen. Zo kunnen ze relevant blijven."