Kamp: Krimp veestapel niet op voorhand nodig
De Tweede Kamer hield donderdag een debat naar aanleiding van het rapport van Milieudefensie, dat Nederland het klimaatakkoord van Parijs kan halen als de veestapel krimpt. SP, GroenLinks en de PvdD omarmden het rapport, dat de gevolgen van een kleinere veestapel in kaart heeft gebracht. “We moeten ophouden de slager en de melkboer van de wereld te zijn”, betoogde Rik Grashoff (GroenLinks). Maar Carla Dik-Faber (ChristenUnie) wees erop dat als Nederland minder dieren gaat houden, de productie zich zal verplaatsen naar andere landen, die minder efficiënte veehouderijsystemen hebben met minder aandacht voor dierenwelzijn. Het netto resultaat, op wereldniveau, zou juist een toename van broeikasgassen zijn.
Jaco Geurts (CDA) wees op de onderzoeksopdracht die aan het rapport ten grondslag lag. „De vraag daarbij was niet ‘Hoe voldoen we aan het klimaatakkoord van Parijs’”, vertelde hij, „maar ‘Maak inzichtelijk hoe een kleinere melkveehouderij eruit ziet’.” Geurts wees ook op de inspanningen die al door de agrarische sector wordt geleverd. „42 procent van van alle duurzame energie en energiebesparing in Nederland wordt door de agrarische sector gedaan”, hield hij de Kamer voor. „Die is daarmee een van de weinige sectoren in Nederland die de afspraken voor 2020 uit het energieakkoord reeds behaald heeft.”
Minister Kamp antwoordde de Kamer dat het kabinet vooral op zoek is naar kosteneffectieve oplossingen voor het klimaatbeleid, en daarbij alle sectoren in samenhang bekijkt. Hij voelt er daarom niet veel voor om zich specifiek op de landbouw te richten. “We hebben nog geen besluit genomen over de omvang van CO2-vermindering voor specifieke sectoren”, vertelde hij de Kamer, “en dat kan dit demissionaire kabinet ook niet meer doen; een volgend kabinet moet de keuzes maken.” De minister wees er daarbij ten overvloede op dat de veehouderijsector in de afgelopen jaren al maatregelen heeft genomen.
„Laten we ons goed realiseren dat we hier over een van de pijlers onder onze welvaart praten”, vervolgde hij. „Als die pijler in stand kan blijven op een verantwoorde manier – en dat is tot dusver steeds mogelijk gebleken – moeten we daar met z’n allen blij om zijn.”