Landbouw produceert minder stikstof in 2030
De stikstofdepositie vanuit de landbouw zal in 2030 gemiddeld 489 mol/ha zijn. Dat is 38 mol/ha, ofwel 7 procent, minder dan in 2014. Die schatting maakt het RIVM in de PAS
Monitoringsrapportage Stikstof
Naast de landbouw dalen ook de depositie vanuit het autoverkeer en vanuit het buitenland. Vanuit andere bronnen (industrie en scheepvaart) zal de depositie juist stijgen. Toch zal de gemiddelde stikstofdepositie in Nederland in 2030 14 procent lager liggen dan in 2014, het jaar voordat de PAS werd ingevoerd.
Dit komt vooral omdat de auteurs van het rapport een grote afname van stikstofdepositie (-27 procent) vanuit het buitenland verwachten, en omdat landbouw en het buitenland veruit de voornaamste bronnen van stikstof in Nederland zijn. Samen zijn zij, in ongeveer gelijke delen, verantwoordelijk voor driekwart van de depositie in Nederland.
De stikstofproductie vanuit de landbouw komt vooral in de vorm van ammoniak. In 2014 produceerde de veehouderij 114 kiloton ammoniak, tegenover 36 kiloton stikstofdioxide. RIVM verwacht dat de ammoniakuitstoot in 2030 zal zijn teruggelopen tot 101 kiloton.
Toename ammoniakconcentratie
Ook voor 2014 daalde de ammoniakuitstoot al. Van 2005 tot 2014 zijn ammoniakemissies volgens het rapport al met 15 tot 20 procent afgenomen. De schrijver signaleren wel dat over die periode de ammoniakconcentratie in de lucht licht is toegenomen. De precieze oorzaken daarvan zijn nog onbekend, en worden nog onderzocht.