Wettelijk kader voor bliksembeveiliging ontbreekt
Mulhuyzen is overtuigd dat een goede in- en uitwendige bliksembeveiligingsinstallatie brand en veel schade kan voorkomen op varkenshouderijbedrijven. Toch zie je uitwendig dergelijke installaties maar sporadisch op het moderne veehouderijbedrijf. „Dat komt omdat Nederland geen wettelijke verplichting voor bliksembeveiliging kent. Andere landen gaan daar anders mee om. Onze overheidsgebouwen worden wel uitwending beveiligd, maar verder is er - nog - niets over geregeld in het Bouwbesluit. Alleen verzekeraars en de brandweer - binnen een bouwvergunning - kunnen hieraan eisen stellen.
Verzekeraars: niet uniform
Verzekeraars werken daarbij niet uniform volgens de zegsman. Er zijn er die geen eisen stellen. Anderen stellen alleen eisen voor bescherming tegen overspanning (inwendig). En weer andere verzekeraars stellen de eis dit laatste te combineren met een uitwendig bescherming tegen de directe gevolgen van een inslag. Uitwendige bescherming moet altijd gepaard gaan met inwendige beveiliging tegen overspanning van de installatie. Dat is namelijk van belang voor bijvoorbeeld de ventilatoren, die ook na een inslag moeten blijven draaien. Door een blikseminslag gaat namelijk een hoge inductiestroom lopen, die desastreus is voor de totale elektrische installatie en de elektronische modules. Mulhuyzen: „Tot 2009 was de combinatie optioneel, maar nu is dit volgens de internationale norm vanuit de branche een verplichting.”
Risicoanalyse
Een bliksembeveiligingsbedrijf bepaalt op basis van de internationale Nen-en-iec-62305 welke beveiligingsklasse exact nodig is. Mulhuyzen: „Veiligheid van mensen en dieren staat daarbij voorop, en daarvoor gelden de hoogste eisen. De branche kent vier bliksembeveiligingsklassen: LPL1 is de hoogste en LPL4 de laagste klasse tegen blikseminslag. Hoe lager de klasse, hoe lager het restrisico, maar ook de schades zijn bij de LPL1-klasse altijd kleiner dan bij de LPL4-klasse.”
Veiligeheid medewerkers
Zelfs wat medewerkers betreft kent bliksembeveiliging bij bedrijven geen wettelijk kader, ondanks de zorgplicht van ondernemers voor veiligheid van hun personeel.“Alleen vanuit de ondernemersorganisatie Uneto VNI is men bezig dit op de agenda te krijgen. De spanningen bij een blikseminslag zijn in vele andere landen overigens tweemaal zo hoog als in Nederland,” aldus Mulhuyzen.
Controleren
Regelmatige controle van de installatie vormt volgens Mulhuyzen en belangrijk punt in de beveiliging tegen een blikseminslag. "Norm is minimaal eens in de vijf jaar, bij overheidsgebouwen gebeurt dit meestal jaarlijks. De kosten van een meting van aardverspreidingsweerstand bij een veehouderij zijn overigens beperkt tot enkele honderden euro’s." Mulhuyzen komt in de praktijk ook boeren tegen die een uitwendige bliksembeveiliging laten installeren en er vervolgens twintig jaar lang niet naar omkijken: "Dat is onverstandig. Een klein gebrek kan namelijk het hele functioneren van de installatie teniet doen.”
Bliksem aantrekken is broodje aap
Nederland kent dus geen wettelijk kader voor bliksembeveiliging en de verzekeraars gaan hier verschillend mee om. Toch constateert de zegsman dat men zich bewuster wordt van de problematiek rondom blikseminslag. Dat uitwendige bliksemafleiding ook bliksem aan zou trekken noemt de specialist ‘een broodje aap’. “Een bliksemschicht verandert pas de laatste 20 meter van richting bij een inslag. Een blisemafleider beïnvloedt dit niet. Afhankelijk van de situatie is het verstandig alle daken van bliksemafleiders te voorzien. Beveiligde hoge silo’s, bijvoorbeeld, zorgen ook voor een afdekkingskegel tegen blikseminslag.”