30 procent marktaandeel voor DanAvl
Stefan Derks deed deze uitspraak tijdens de gezamenlijk clinic die Klasse KI en Next Genetix op 3 oktober in Wijchen organiseerden. „De zeugenstapel daalde sinds 2014 met circa 10 procent. Maar ik ben overtuigd dat we zonder de Deense genetica tot 30 procent van de zeugenstapel hadden moeten opruimen.” Volgens Gerard Reuling van Next Genetix heeft dat alles te maken met de kwaliteit van het Deense genetica: grotere tomen en uitstekende biggen, die in Duitsland goed in de markt liggen. Deense vleesbiggen zouden een 100 gram hogere daggroei hebben, en dat maakt ze populair bij Duitse vleesvarkesnhouders, waar Nederland de exportpositie heeft kunnen behouden. Gerard Reuling schat het aandeel van de DanAvl-zeugenstapel in Nederland op zo’n 30 procent geschat: „Dit marktaandeel hebben we eigenlijk in vijf tot zes jaar weten te bereiken en ik zie nog meer groeikansen.” Via de Klasse KI berenpoule worden jaarlijks zo’n 200.000 fokgelten geproduceerd. Of de herstructurering van het internationale DanAvl-businessmodel hierop van invloed zal zijn? Dat is nog onbekend.
Hoofdsprekers
Deze jaarlijkse clinic werd dit jaar voor het eerst tegelijk voor Zuid-Nederlandse als Noord-Nederland gehouden. Er kwamen circa 200 varkenshouders op af. Hoofdsprekers waren Martin Scholten, directeur van de Wageningen Animal Science Group en Martin Houben van de Houbensteyn Groep. Beiden gingen in op het belang van de varkenshouderij voor de samenleving. Scholten sprak vooral over de belangrijke rol van vee in het bijzonder het varken in de mondiale voedingskringloop, terwijl Houben vooral over efficiëntie sprak.
‘Plug and play’-varken
Houben betitelde de Deense Duroc - als slachtvarkenvaderdier - als zijnde een topper. „De nakomelingen zijn gemiddeld twee weken eerder aan het gewicht dan de nakomelingen van de Piétrain. De Deense fokkerij levert echt een ‘plug and play’-varken. Voerwinst is onderscheidend, wij willen bij de beste 25 procent varkensbedrijven horen.
Promotie vlees
Opvallend was het te horen hoe de Houbensteijn Groep ook de samenleving in het vizier houdt. Ze legden bijvoorbeeld bij een nieuwe vleesvarkensstal een parkachtige omgeving aan. Compleet met een vijver, vleermuiskasten en insectenhuizen. „We produceren superfood als varkenshouderij,” besloot hij. „Maar tussen de feiten en de beleving hiervan door de consument gaapt een groot gat. Ik vind dat de sector veel meer tijd en geld moet investeren in de promotie van varkensvlees, wellicht zal de POV hier een belangrijke rol bij spelen.”