Impressie van workshops thema-avond (Dalfsen 11 oktober)
De Pig Business themapartners Startix, Boehringer Ingelheim, Trouw Nutrition en ForFarmers verzorgden deze workshops. De circa 130 aanwezigen toonden zich fanatieke deelnemers. Hierbij geven we een korte samenvatting van de workshops.
Workshop Startix
Cor Salentijn, Gerben van Veldhuizen en Herman Bisschop van Startix trapten hun workshop af met de leus ‘Biggen bij de zog: je voert ze nooit geno(e)g’. Door bij te voederen in de kraamstal, wordt een hoger toomgewicht bereikt bij spenen. Iets wat volgens de aanwezige varkenshouders nooit echt kwaad kan. Wel is het verstandig om na te denken hoeveel je bij moet voeren. Je kan namelijk ook té luxe voeren. Dan maak je veel voerkosten, zonder dat dat extra resultaat oplevert in gewicht. Eén van de varkenshouders benadrukte dat bijvoeren nooit vanzelf gaat: „Het aanleren van vreten, ook na het spenen, gaat niet vanzelf. Je zult nog regelmatig bij je biggen langs moeten gaan en hen helpen.”
De heren van Startix gooiden ook een andere stelling in de groep: „Melk bijvoeren in de kraamstal is een noodzakelijk kwaad.” Dit leverde gemengde reacties op. Volgens een aantal boeren is kunstmelk bijvoeren in de kraamstal niet noodzakelijk als je maar 12 of 13 biggen hebt. Daarboven wordt het al een stuk lastiger, en dat komt steeds vaker voor nu niemand meer raar opkijkt van een toom met 16 biggen. „In ieder geval is het belangrijk dat een zeug in zo’n geval 16 spenen heeft”, zegt een varkenshouder in de zaal. „Maar ook dan is het nog maar te bezien of de biggen de spenen en de melk goed kunnen delen.”
Volgens de meeste varkesnhouders is het wel goed mogelijk om 16 biggen te spenen bij de zeug. Vooral met een cup-systeem. Eén van de boeren geeft aan dat een cup-systeem niet altijd beter hoeft te zijn. „Van een cupsysteem wordt vaak gezegd dat het arbeid bespaart, maar dat is niet zo. Belangrijk is dat je de goede arbeid op de juiste plek hebt staan, maar goede arbeid wordt steeds zeldzamer.”
Workshop Boehringer Ingelheim
Rutger Jansen van Boehringer Ingelheim ging tijdens zijn workshop in op antibiotica als groeibevorderaars. Vroeger werd antibiotica toegepast om de groei en de technische prestaties te verbeteren. In Amerika wordt deze gedachte vaak nog toegepast, maar in Europa stappen we er inmiddels al steeds vaker van af, met Nederland als vooruitloper. De gedachte is namelijk te simpel als je kijkt naar de complexiteit van het darmstelsel. Bacteriën in de darmen hebben veel interactie met elkaar en dat is ontzettend ingewikkeld. Wat we wel weten uit onderzoek is is dat bijvoorbeeld salmonella en PIA elkaar negatief kunnen versterken. Daarom hebben PIA-vaccins een groot effect op de reductie van salmonella.
Dat is waardevolle informatie, want volgens Jansen komt PIA voor bij maar liefst 81 procent van de vleesvarkens voordat ze geslacht worden. Er zijn ook nagenoeg geen bedrijven die volledig vrij zijn van PIA. Aan de aanwezige varkenshouders werd gevraagd wat voor hen een acceptabele investering is in de vorm van een vaccin om deze darmaandoeningen aan te pakken. Ruim de helft antwoordde met: 0 tot 25 cent per dier.
Workshop Trouw Nutrition
De workshop van Trouw Nutrition ging in op de vertering van voer en werd gehouden door Leendert Amersfoort en voormalig varkenshouder Bert Pappot. We weten allemaal dat vertering zorgt voor groei. Maar hoe dit complexe systeem precies werkt, is voor een deel nog niet bekend.
Amersfoort en Pappot gingen in op de verschillende componenten van het maag/darmstelsel en hun rol bij de vertering van voer. Zo geven ze aan dat de maag een belangrijke barrièrefunctie heeft voor voer, dat de dunne darm zorgt voor een groot deel van de voeropname en dat in de dikke darm vooral fermentatie plaatsvindt. Daar komt een groot deel van de energie voor het varken vandaan. Pappot geeft bovendien aan dat we de hersenen niet mogen vergeten. „Varkens moeten leren vreten, en het liefst zo snel mogelijk. Als varkens pas later leren hoe ze moeten vreten, dan remt dat de groei van het dier.”
Bij de vertering is de structuur van het voer van groot belang. Wat precies de optimale voerstructuur is, is volgens een aanwezige varkenshouder grotendeels afhankelijk van de leeftijd. „Jonge biggen kunnen namelijk geen grote, grove stukken voer verteren.” Toch zijn grove delen in het voer volgens Amersfoort erg belangrijk. „Grof voer zorgt voor een lage pH in het ‘achteronderste’ deel van de maag. Daar zit het voer voordat het de dunne darm in gaat. Omdat het voer daar zo zuur is, doodt het al een groot deel van de bacteriën voor dat het de dunne darm in gaat.”
Tot slot geeft Amersfoort aan dat bijvoeren gunstig is voor de darmontwikkeling. „Bijvoeren kan zorgen voor 10% meer darmlengte. Dat zorgt ook voor een grotere opnamecapaciteit en daardoor meer groei.”
Workshop ForFarmers
Tijdens de workshop van ForFarmers gingen Peter Haarhuis en Kasper Bekker in op de veranderingen in de markt, het productieniveau, de genetica en hoe daar met voer op te sturen is. „Wat we allemaal zien is dat er steeds grotere tomen biggen worden geboren”, geeft Haarhuis aan. „Maar we zien ook dat het geboortegewicht van deze biggen steeds lager wordt, vaak tot de kritieke categorie. Er worden dus steeds meer biggen geboren met een lagere overlevingskans. Hoe vangen we dat op?”Eén van de manieren om de lagere overlevingskans op te vangen, is biest. Haarhuis: „Vergeet niet dat biest de goedkoopste entstof is. We gaan zien dat goede biestvoorziening in de toekomst het verschil gaat maken.”
Ook ziet ForFarmers dat varkens veranderen. “We maken ze steeds luxer. De spekdikte van varkens verminderen we nu met 0,3 mm per jaar. Het spiergehalte neemt toe met 0,4 mm per jaar. Kasper Bekker hing historische financiële waarden vast aan de uitbetaling qua spek en spier. En hij constateerde: “Zo rond 2020 is een optimum bereikt en heeft het financieel weinig zin meer om in te spelen op minder spek en meer spier. De focus komt dan anders te liggen. In elk geval brengen extra luxe varkens dan niets extra’s mee op.”