Rabo wil duurzame voedselproductie versnellen
„Elke minuut worden er 176 kinderen geboren, maar sterven er ook elf aan ondervoeding”, betoogde Jacqueline Pieters bij de aftrap van het programma, waarin de Rabobank en de Verenigde Naties samenwerken. „En in diezelfde minuut wordt er 2,5 miljoen kilo voedsel verspild.”
„De bevolking groeit wereldwijd, terwijl het landbouwareaal vermindert”, vervolgde het hoofd van het Banking for Food Inspiration Centre van de Rabobank. „In 1960 was er 1 hectare landbouwgrond per inwoner van de aarde, nu is dat nog maar half zoveel. En wereldwijd stijgt het beschikbare inkomen, en willen mensen dus beter eten.” Kortom, de wereld staat voor een uitdaging. Maar die uitdaging biedt ook kansen, vindt de bank. Met het programma Kickstart Food stelt die een duidelijke doelstelling; in 2050 moet de wereld 60 procent meer voedsel produceren, met een ecologische voetafdruk die half zo groot is als nu.
Vier kernpunten
Om dat te bereiken hebben de bank en de Verenigde Naties vier kernpunten gedefinieerd waar de inspanningen zich op zullen focussen; Aarde, Verspilling, Stabiliteit en Gezond Eten. Maandag begon de bank met het eerste punt, Aarde. De focus daarbij is op het produceren van voldoende en veilig voedsel, met aandacht voor de ecologie. Rabo-topman Jan van Nieuwenhuizen kondigden aan dat de bank samen met de VN een fonds van een miljard dollar beschikbaar stelt voor dit doel. Volgend jaar volgt het tweede kernpunt, met als doel om voedselverspilling terug te dringen, en de andere punten volgen later.
Volgens de bank is de omslag naar een duurzamer voedselproductie niet enkel broodnodig, maar ook goed voor Nederland. En ook een goede zakenbeslissing; het programma zal innovatie op voedselgebied aanjagen, en daarmee nieuwe kansen voor bedrijven bieden, en sowieso zal Nederland, als tweede voedselexporteur van de wereld, profiteren van de verandering naar een meer duurzame voedselproductie.
Nederlandse boer
De boer zal er niet meteen veel van merken, denkt Van Nieuwenhuizen. „We gaan niet meteen iedereen financieren.” De bank neemt duurzaamheid al mee bij beslissingen om krediet te verlenen, vertelt hij. Met dit programma is de definitie van het begrip verscherpt tot de vier kernpunten. De Rabo-topman benadrukt dat de bank daarbij niet op de stoel van de boer gaat zitten. Maar bij beslissingen waar het erom hangt of de bank wel of niet investeert, zullen deze punten de doorslag geven.
„Maar - en het klinkt misschien vreemd voor een bank - geld is niet het enige dat we inzetten om de versnelling vorm te geven”, vertelt Pieters. „We zetten ook ons netwerk in en gaan actief kennis beschikbaar stellen.” Daarbij ziet de bank ook een rol voor zichzelf als regisseur, of in ieder geval inspirator, van de hele keten.
Mansholt
Met het programma snijdt de bank hetzelfde thema aan als Wageningen Universiteit vorige maand deed, bij de Mansholtlezing die ze had georganiseerd in Brussel. Wageningen-voorzitter Louise Fresco spoorde bij die lezing de Europese Commissie aan om precies op dit onderwerp beleid te ontwikkelen.
„Dat is toeval”, vertelt Van Nieuwenhuizen, „geen vooropgezet plan van Rabo en Wageningen om die verduurzaming op de agenda te zetten.” Fresco heeft weliswaar in de Raad van Commissarissen van de bank gezeten, maar heeft die functie een paar jaar geleden opgegeven.