‘Vraag de mengvoerleverancier de oren van het hoofd’
De belangrijkste conclusies die hij aan varkenshouders gaf die dit ook doen of van plan zijn te doen waren de volgende:
- investeer niet alleen in apparatuur maar ook in jezelf;
- ga cursussen / studiedagen over varkensvoeding volgen;
- google, je staat versteld hoeveel praktische info je vindt;
- koop een PigScale of weeg dieren regelmatig;
- vraag je mengvoerleverancier de oren van zijn kop.
In Jos zijn inleiding voor een 120 man groot publiek staat het samenstellen van de rantsoenen centraal en dus niet de techniek van het zelf malen en mengen. Hij gaf zijn collega’s ook het advies om te overwegen om niet ‘standaard’ tarwezetmeel te blijven gebruiken, nu dit bijproduct zo duur is: „Vraag je mengvoerleverancier om advies voor alternatieve samenstellingen.”
Natte producten
De natte en droge producten koopt Jos zelf in. De natte grondstoffen zijn: aardappelstoomschillen, broodmelange, feedmelk, hedimol/biergist (seizoenafhankelijk), een hoogwaardig eiwitproduct, ProtiWanze, soyfeed, rode bieten condens en tarwezetmeel. Dat laatste allen bij een gunstige prijsstelling. Min of meer haalde hij uit naar collega’s die ondanks de hoge prijs traditioneel tarwezetmeel blijven voeren, wat de prijs alleen maar nog verder opdrijft. Zelf mengt en voert de Gasselse vleesvarkenshouder geheel buiten de mengvoederindustrie om. De inkoop van deze producten doet hij bij een zestal bedrijven.
Droge producten
Aan droge producten voert de varkenshouder momenteel tarwe, gerst, mais, tarwegries, sojaschroot HP, raapschroot. De producten worden voor hem gemalen bij een plaatselijke molenaar. Dat betekent voor hem: geen problemen door storingen bij het malen, een extra ingangscontrole, er is sprake van goede maalapparatuur, keuze in maalfijnheid en bovendien gaat de productie in kleine hoeveelheden voor maximaal 7 dagen, waardoor hij zijn silo’s optimaal kan benutten. Daarbij besteedt Jos het voorraadbeheer uit en zijn er over en weer mogelijkheden voor extra buffering van grondstoffen. Voor de vleesvarkens is verder sprake van7,5 tot 12,5 procent aanvullend voer.
Interessant
Echt interessant werd het toen Van Acht de curves van het potentieel van de genetica versus zijn gerealiseerde curves qua voederconversie, lysineopname en energie-opname liet zien. De groeilijn op zijn bedrijf is veel vlakker dan het advies op basis van de genetica gebruikelijk zou zijn. Hij maakte inzichtelijk dat zijn vleesvarkens in het begin te weinig lysine krijgen/kunnen opnemen en dat ze in het eind van de groeicurve juist meer krijgen. Dankzij de PigScale waarmee hij de dieren regelmatig weegt, kan hij bij met rantsoenberekeningsprogramma Bestmix optimaal sturen op spek en spiermassa. Daarbij rekening houden met de prijsstelling van te gebruiken grondstoffen. Voor zijn varkens produceert de vleesvarkenshouder uiteindelijk drie soorten voer. Hij liet zien hoe keurig de gerealiseerde gewichten op zijn bedrijf op de curve liggen die Topigs Norsvin adviseert bij de Tempo beer.
Speenbiggenvoeding
Van Acht fokt de speenbiggen zelf op. Daarbij is hij voorlopig afgestapt van een zelf samengestelde brijvoedering. Een leverancier levert standaardbrok en dat voert hij als een nat product in regelmatig kleine porties in Variomix-bakken. Dit moet resulteren in een zo goed mogelijke voorbereiding als vleesvarken om een zo vloeiend mogelijke lijn in de groei te krijgen. Want ook hier geldt voor Jos van Acht, net als bij zijn vleesvarkens: het gaat niet om de maximale groei maar om de optimale groei in elke periode om zo’n goed mogelijk resultaat te bereiken.