Zicht op betere vaccins tegen Mycoplasma bij biggen
Er bestaan vaccins tegen Mycoplasma, maar de productie is lastig. Dit komt onder andere omdat niet bekend is welke factoren van de bacterie de ziekte veroorzaken en dus ook niet welke onderdelen van de bacterie het vaccin moet bevatten om bescherming te bieden. Daarom wordt het vaccin nu geproduceerd met hele, dode bacteriën. Een nadeel is dat de bacteriën eerst moeten groeien op een voedingsbodem met dierlijke bestanddelen. Dat is duur en levert bovendien wisselende resultaten op.
Andere voedingsbodem
Tijdens zijn onderzoek, dat werd gefinancierd door farmaceut MSD Animal Health, ontdekte Kamminga dat de Mycoplasma-bacterie sneller groeit op andere voeding. "Uit onze analyse blijkt dat de bacterie slechts 16% van zijn energie inzet voor groei. Wanneer we de stof pyruvaat aan de voedingsbodem toevoegen, groeien de bacteriën sneller en hebben we er aan het eind ruim twee keer zo veel." Dat betekent dat er meer vaccin in dezelfde tijd kan worden gemaakt, waardoor het proces goedkoper wordt.
Inzicht in genen van de bacterie
Kamminga analyseerde ook de genen van 80 soorten Mycoplasma-bacteriën. Op basis van de resultaten kon hij voorspellen of de bacterie een varken, herkauwer of mens kan infecteren. Verder bekeek hij welke genen actief werden tijdens een infectie. "Als we weten welke genen betrokken zijn en wat ze precies doen bij verschillende diersoorten, kunnen we ons bij het ontwikkelen van een nieuw vaccin specifiek richten op deze onderdelen." In totaal vond Kamminga 62 genen die actiever of juist minder actief waren tijdens infectie. Van een aantal is al bekend waar ze voor dienen. In een vervolgproject zal verder worden uitgezocht wat de genen precies doen en welke het belangrijkst zijn tijdens infectie.
Tekst: Resource, Wageningen UR
Beeld: Ingrid Sweers