Investering of onderhoud?
Onderhoudsuitgaven
Onderhoudsinvesteringen zijn uitgaven om de slijtage aan de bedrijfsgebouwen die door het gebruik ontstaat te herstellen. De kosten die ten behoeve van het onderhoud worden gemaakt, worden in een keer ten laste van het resultaat gebracht. Tot onderhoudsuitgaven behoren doorgaans de kosten van het schilderwerk en de reparatie van de inrichting van de hokken, onderhoud van ventilatiesystemen, e.d.. Met betrekking tot de uitgaven aan onderhoud kan geen aanspraak worden gemaakt op investeringsaftrek.
Verbeteringsinvesteringen
Verbeteringsinvesteringen zijn investeringen in bedrijfsgebouwen om de economische veroudering van het bedrijfsgebouw tegen te gaan. Door verbeteringsinvesteringen kan het bedrijfsgebouw langer worden gebruikt voor het op een economisch verantwoorde wijze houden van de varkens. Verbeteringsinvesteringen worden op de balans geactiveerd en komen in aanmerking voor investeringsaftrek.
Bodemwaarde
Bedrijfsgebouwen mogen fiscaal worden afgeschreven tot de bodemwaarde of de hogere restwaarde. De bodemwaarde is afhankelijk van de WOZ-waarde die jaarlijks door de gemeente wordt vastgesteld. Voor bedrijfsgebouwen in eigen gebruik mag worden afgeschreven tot 50% van de WOZ-waarde en als het gebouw niet door de ondernemer zelf gebruikt wordt, is dat tot 100% van de WOZ-waarde. Met ingang van 1 januari 2019 geldt deze beperking van 100% van de WOZ-waarde voor alle gebouwen in de vennootschapsbelasting (bv's). Voor ondernemers in de inkomstenbelasting (eenmanszaken e.d.) verandert er niks.
De beperking van de afschrijvingen tot de bodemwaarde is in 2007 in de wet gekomen. Gebouwen die zijn gebouwd voor dit jaar zijn in het verleden afgeschreven tot de restwaarde. Het kwalificeren van een investering als verbeteringsinvestering verhoogt de boekwaarde van een gebouw. Voor met name oudere gebouwen die in het verleden tot de restwaarde zijn afgeschreven is de kans groot dat de nieuwe boekwaarde niet boven de bodemwaarde uit komt. Dit betekent dat op de investering niet mag worden afgeschreven.
Kosten die als onderhoud worden aangemerkt kunnen zoals eerder vermeld in één keer ten laste van het resultaat worden gebracht.
Investeringsaftrek
De hoogte van de investeringsaftrek varieert afhankelijk van de totale omvang aan investering in een jaar. Van € 2.401 tot en met € 58.238 (bedragen 2020) is de investeringsaftrek 28% van het totale bedrag van de investering. Vervolgens is de investeringsaftrek € 16.307 tot een totaalbedrag van € 107.848 aan investeringen. Indien er meer geïnvesteerd wordt, neemt de aftrek geleidelijk af.
De kwalificatie van een uitgave als onderhoudsinvestering heeft als gevolg dat deze niet meetelt voor de investeringsaftrek. Afhankelijk van de hoogte kan dit een voordeel zijn. Boven een bedrag van € 107.848 wordt de investeringsaftrek lager naarmate het totaal aan investeringen hoger wordt.
Indien de kosten van de overige investeringen al boven de € 58.238 komen, geeft het aanmerken van de uitgave als verbeteringsinvestering geen extra investeringsaftrek. Het levert wel een voordeel op als de uitgaven voor overige investeringen nog niet boven de € 58.238 uitkomen.
Neem vrijblijvend contact op met Bart van Kessel, relatiemanager bij ABAB, om gezamenlijk bij de beoordeling van de juiste kwalificatie van de uitgave als onderhouds- en/of verbeteringsinvesteringen tot een optimaal resultaat te komen. via telefoonnummer 0413-336524 of vul het contactformulier in.