Wat is het ideale vaccinatiemoment?
Vaccineren in de eerste levensweek is niet aan te raden. De biestopname de eerste 24-36 uur kan zorgen voor een hoge maternale immuniteit en zo de werking van het vaccin verminderen, waardoor de door vaccinatie opgewekte afweer minder zal zijn. Pasgeboren biggen moeten optimaal biest en melk kunnen drinken, wat belangrijk is voor een goede start van de big. Daarom is het raadzaam biggen in deze periode zo veel mogelijk met rust te laten en het vaccineren minimaal één tot twee weken uit te stellen. Het immuunsysteem ontwikkelt zich verder deze eerste weken van het leven.
Vaccineer ook liever niet op het moment van spenen of opleggen van de vleesvarkens. Dit zijn allemaal stressmomenten die ervoor kunnen zorgen dat een vaccinatie minder goed aanslaat. Voor een goede werking van het vaccin is het belangrijk, dat er voldoende immuniteit na de vaccinatie is opgebouwd, voordat er een veldinfectie optreed.
In de wetenschap dat een vaccin minimaal ongeveer twee weken nodig heeft om voldoende bescherming te ontwikkelen, is de conclusie dat vaccineren in de week voor het spenen vaak het beste moment is. Aangezien er op deze manier goede bescherming is tegen infecties op de batterij, zoals bijvoorbeeld PRRS, en infecties die vooral gezien worden in de vleesvarkensstal zoals Mycoplasma. Zo haalt u het optimale rendement uit de vaccinatie, zonder dat u de biestopname van de biggen verstoort.
Tekst: Elzo Kannekens