Efficiënte en duurzame productie door goede geltenopfok
Goed management van de gelten omvat tal van aspecten, zoals huisvesting, transport, doorstroming van dieren, vaccinatieschema, adaptatie, ontwikkeling, selectie en voeding. Wanneer één of meer van deze aspecten niet optimaal zijn, kan dit effect hebben op de resultaten van de gelt gedurende haar gehele productieve leven. Het goed opfokken van gelten begint al vroeg in het leven van de gelt en eindigt pas wanneer de gelt geïnsemineerd is. De eerste drachtfase is erg belangrijk om ervoor te zorgen dat de gelt zich goed blijft ontwikkelen.
Voeren: driefasen-voerprogramma
Topigs Norsvin adviseert om de gelten tijdens de opfok te voeren volgens een driefasen-voerprogramma. Dit programma dient speciale opfoksamenstellingen te bevatten, die voldoen aan de behoeften van de gelten tijdens elk van de fasen. Het is belangrijk dat het gewenste gewicht, de gewenste spekdikte en groei worden behaald. De samenstellingen zijn ontwikkeld om te zorgen voor een gelijkmatige gewichtsontwikkeling, ondersteuning van de botkwaliteit en een goede ontwikkeling van het vruchtbaarheidsapparaat.
Onderzoek heeft uitgewezen dat de ontwikkeling van het vruchtbaarheidsapparaat vooral in de leeftijd van 4 tot 6 maanden plaatsvindt en er een groot verband bestaat tussen de groei tijdens de opfok en de reproductie. Om de opfok van gelten succesvol te laten verlopen, is wegen daarom een must!
Huisvesting: ruimte nodig
Het realiseren van een goede opfok van gelten hangt voor een belangrijk deel af van de huisvesting. Allereerst is er voldoende ruimte nodig voor een goede ontwikkeling van het skelet. Gelten moeten minimaal 1,1 m² ruimte hebben tijdens de opfokfase. De vloer moet goed droog en niet glad zijn om een goede grip te bieden en de kans op verwondingen te reduceren.
Wanneer de gelten aan de trog liggen, is het belangrijk dat ze voldoende plaats hebben om te vreten. De vreetplaats per gelt moet minimaal 35 cm zijn. Het ideale aantal gelten per hok is zes tot tien. Dit maakt ook een optimaal beercontact mogelijk tijdens de bronststimulatie. Zorg tijdens de laatste fase van de opfok voor voldoende beercontact!
Insemineren op het juiste moment
Voordat de eerste inseminatie plaatsvindt, is het van belang dat de gelten het juiste gewicht en spekdikte hebben. Het gewicht dient tussen de 140 en 160 kg te zijn en de inseminatie dient bij de tweede of derde bronst te worden uitgevoerd. Natuurlijk dient er minimaal zeven dagen voor de verwachte bronst met flushen te worden begonnen, omdat dit een positieve invloed op de worpgrootte en -kwaliteit heeft.
Na inseminatie blijft het voeren van grote invloed, de gelt moet nog doorgroeien naar het volwassen gewicht. Wanneer een gelt niet voldoende doorgroeit, zal ze niet optimaal aan haar eerste lactatie beginnen en nooit de optimale levensprestatie behalen, wat van negatieve invloed is op de TFE.
Voeren in de eerst cycli
Nauwkeurig voeren is de sleutel tot succes gedurende de eerste cycli van de zeug. Dit betekent dat er met het voeren voldaan wordt aan de nutriëntenbehoefte per dag die nodig is om de maximale expressie van het genetisch potentieel te bewerkstelligen.
Topigs Norsvin heeft manuals ontwikkeld waarin de richtlijnen voor het correct voeren van de producten staan omschreven. Deze manuals worden gedeeld en besproken met de periferie om gezamenlijk succesvol te zijn in de sector.
Tekst: Topigs Norsvin