Krijg grip op PRRS infecties
Immunisatie – zorgen dat alle dieren een goede immuunstatus krijgen – is in principe op twee manieren mogelijk. De eerste manier is door ervoor te zorgen dat alle dieren in aanraking komen met het veldvirus. Aan deze methode kleven een aantal nadelen. Zo is het bijvoorbeeld niet mogelijk om te bepalen met hoeveel virus de dieren in contact komen. Een ander nadeel is het risico dat ook andere ziektekiemen op deze manier verspreid worden over het bedrijf.
De tweede manier om ervoor te zorgen dat alle dieren een goede immuunstatus krijgen is door middel van vaccinatie. Onderzoek heeft ook aangetoond dat op deze manier PRRSV sneller onder controle te krijgen is en dat de uiteindelijke schade minder hoog is dan wanneer hier levend veldvirus voor gebruikt wordt. Vanwege al bovenstaande argumenten wordt tegenwoordig bijna altijd gekozen voor vaccinatie.
Voor-de-voet of schematisch
Wanneer de zeugen worden gevaccineerd kan er geopteerd worden voor een aantal verschillende schema’s. Zo kunnen de zeugen “voor-de-voet” worden gevaccineerd (ook wel massavaccinatie genoemd). Bij deze methode worden alle zeugen en gelten op het bedrijf 3 of 4 keer per jaar allemaal tegelijk gevaccineerd. Op deze manier wordt de immuunstatus van alle dieren optimaal op niveau gebracht. Na een uitbraak van PRRS is dit dan ook de snelste manier om immunologisch weer uniformiteit te verkrijgen. In een ander schema worden de zeugen in de tweede week na het werpen en/of rond dag 60 in de dracht gevaccineerd. Voordeel hiervan is dat een vaccinatie tegen PRRSV bijvoorbeeld kan worden gecombineerd met de vaccinatie tegen vlekziekte en parvovirus.
Voordat overgegaan wordt tot vaccineren is het van belang om te bepalen welke dieren gevaccineerd moeten worden en welk vaccinatieschema het beste past. Hiervoor is het nodig om de bedrijfsstatus te kennen en te weten hoe de bioveiligheid op het bedrijf is. In situaties met relatief veel PRRSV circulatie en/of een minder goede bioveiligheid zal een schema met hogere vaccinatiedruk op zijn plaats zijn, bijvoorbeeld massa vaccinatie of 6-60. Bij goede bioveiligheid en weinig tot geen circulatie kan voor een minder intensief vaccinatieschema worden gekozen, of kan vaccinatie misschien zelfs achterwege gelaten worden.
Ook biggen kunnen worden gevaccineerd. Reden voor biggenvaccinatie kan zijn omdat er problemen zijn vanwege PRRS infectie bij de gespeende biggen of de vleesvarkens. Een andere aanleiding kan zijn omdat via de biggen het PRRS virus blijft circuleren op een bedrijf. Bij vaccinatie van biggen moet rekening worden gehouden met de maternale immuniteit die de biggen via de biest mee krijgen en met de leeftijd waarop de PRRS infectie optreedt. Over het algemeen wordt aangeraden om de biggen tussen de 2 en de 4 weken leeftijd te vaccineren.
Vaccinatie is dus het meest aangewezen instrument om varkens te immuniseren. Door gebruik te maken van een MLV vaccin (afgezwakt levend vaccin) kunnen de dieren beschermd worden tegen het circulerende bedrijfseigen PRRS virus EN tegen nieuwe PRRS stammen die mogelijk van buitenaf het bedrijf binnen komen.
Tekst: Hipra