Speenprobleem opgelost met nieuw voer
Biggenvoer is continu in ontwikkeling. Sinds de introductie anderhalf jaar geleden van de nieuwe VIDA-biggenvoeders van Forfarmers werkten de onderzoekers en nutritionisten gestaag door aan een verdere verbetering van het voer. Darmgezondheid kreeg daarbij speciale aandacht. Dit resulteerde in een vernieuwd pakket biggenvoeders dat garant staat voor vitale biggen met een hoge groei.
Dunne mest
Eén van de zeugenhouders die het nieuwe voer heeft getest is Danny van der Coelen. Samen met zijn ouders heeft hij drie zeugenbedrijven. We spreken hem op de locatie in het Brabantse Deurne. Danny had op alle drie de locaties in de eerste week na spenen te kampen met een niet optimale darmgezondheid bij de biggen. “Rondom het spenen was alles nog goed, maar na een week zagen we te veel dunne mest gevolgd door een verhoogde uitval.”
Op advies van Matthijs van Bergen, zijn zeugen- en biggenspecialist bij ForFarmers, is Van der Coelen afgelopen september het vernieuwde VIDA-biggenvoer gaan voeren. Hij verstrekt het voer van vijf dagen voor spenen tot twee weken na het spenen. De biggen krijgen het voer droog in de voerbak, maar tot vijf dagen na spenen krijgen ze het ook twee keer per dag in brijvorm.
Snel resultaat
Sinds het voeren van het nieuwe voer zijn de problemen met dunne mest zo goed als verdwenen. “Bijna van de ene op de andere dag”, aldus de varkenshouder. Verder ziet hij een goede groei, een lagere uitval en gezonde biggen met een goede kleur en goedgevulde buiken. Ook de overgang naar het vervolgvoer gaat soepel; de biggen vreten goed door en de mest blijft van een goede structuur. “Opvallend is dat ook de kleintjes er heel goed van vreten. Daardoor blijven de koppels biggen meer uniform dan voorheen.” Van der Coelen weegt geen biggen, maar ziet dat de aflevergewichten hoger liggen dan voorheen.
Aandelen en typen vezels
Dat het nieuwe voer goede resultaten geeft, was voor Matthijs van Bergen geen verrassing. Het voer was bij de introductie 1,5 jaar geleden al gericht op een hoge, gezonde groei. Nu ligt het accent nog meer op darmgezondheid, met behoud van de technische resultaten. Daarvoor hebben de nutritionisten van ForFarmers een aantal noviteiten in stelling gebracht.
Een belangrijke wijziging is de optimalisatie op basis van typen en aandelen vezels, genaamd MicC en StrucC. MicC is een waarde voor afbraak van vezels door de darmflora. StrucC is een maat voor vezels die niet worden benut, maar die wel een rol hebben bij de bescherming tegen ziekteverwekkers in de darmen. Ook zijn de eiwitbelasting en de typen zuren onder de loep genomen en waar nodig aangepast. Het unieke is dat het voer zelf de opname door de big reguleert; het voer blijft langer in het maagdarmkanaal en de big zal zich daardoor niet snel overeten.
Relatie speenproblemen en voeropname
Tussen speenproblemen en voeropname zit een sterke relatie. Er zijn volgens Van Bergen twee manieren waarop het mis kan gaan. Zo kunnen de biggen de eerste paar dagen na het spenen te weinig eten om zich vervolgens te gaan overeten, met darmproblemen tot gevolg. Maar het kan ook gebeuren dat ze direct na het spenen te veel voer opnemen, waardoor het slecht verteert. En ook dat zorgt voor darmproblemen. “Dat laatste was hier op het bedrijf aan de hand”, aldus de specialist.
Het is belangrijk dat de voeropname bij biggen geleidelijk toeneemt. Uit metingen blijkt dat biggen de eerste dagen wel 300 gram voer per dag kunnen opnemen. Dat is vaak te veel omdat ze die hoeveelheid nog niet goed kunnen verteren. “Een optimale voeropname de eerste dagen na spenen is cruciaal, dus niet te weinig, maar ook zeker niet te veel. Meten is weten”, benadrukt Van Bergen.
Problemen sterk verminderd
Op alle drie de locaties met zeugen heeft Van der Coelen het nieuwe voer ingezet en overal zijn de problemen rondom het spenen sterk verminderd. Dat vindt hij een sterk punt. “Ondanks de verschillen in voersystemen en omstandigheden doet het voer het overal goed.” Er kan volgens de zeugenhouder dan ook geen sprake zijn van toeval. “Verder hebben we ook niks in de bedrijfsvoering veranderd.” Secuur in de kraamstal was de ondernemer altijd al; hij zorgt voor maximale biestopname, werkt hygiënisch en begint tijdig met bijvoeren. Zo krijgen de biggen vanaf dag 4 al een prestarter in meelvorm, die hij tot een week voor spenen doorvoert. Daarna komt het vernieuwde voer in de bak. Dankzij dit voer gaan de biggen nu probleemloos de volgende fase van de opfokperiode in.
Bedrijfsprofiel
Danny van der Coelen heeft met zijn ouders drie locaties met in totaal circa 1.000 zeugen. De bedrijven liggen in het Limburgse Panningen en Baarlo en in het Brabantse Deurne. Op alle locaties staan Topigs 20-zeugen die worden geïnsemineerd met de Tempo-beer. Van der Coelen werkt in Panningen en Deurne met het drieweeks productiesysteem. De biggen (borgen en gelten) gaan naar een aantal binnenlandse vleesvarkenshouders.
Tekst: ForFarmers