Drie tips voor een goede vooropname vóór spenen
Om van een geboortegewicht van circa 1,3 kg naar een speengewicht van 8 kg te groeien, heeft een big in totaal meer dan 30 liter melk nodig. Bij een toomgrootte van 13 biggen en een speenleeftijd van 26 dagen, betekent dit dat de zeug gemiddeld 15 liter melk per dag moet geven. De meeste zeugen halen dit alleen tijdens de topmelkproductie tussen dag 15 en 20 van de kraamperiode.
Bijvoeren is dus een must voor een goed speengewicht. Maar bijvoeren voor spenen is óók noodzakelijk voor een betere enzymontwikkeling en voergewenning, wat belangrijk is voor de voervertering en -opname ná spenen. Drie tips om de voeropname voor spenen te stimuleren:
- Start zo vroeg mogelijk met bijvoeren. Start bij voorkeur binnen 24 uur na geboorte met VIDA milk en schakel op dag 10 over naar de VIDA prestarter. Voert u alleen een prestarter? Begin daar dan op dag 3 na geboorte al mee.
- Plaats de biggenkom bij de kop van de zeug en vul deze direct met een beperkte hoeveelheid voer. Biggen zoeken contact met de snuit van hun moeder. Zet het voer dáár waar de big graag is.
- Voer vier keer per dag een kleine, verse portie. Bij voorkeur vloeibaar en warm. Zo is het gemakkelijk opneembaar en blijft het smakelijk voor de big. Zorg voor maximale hygiëne.
Wist u dat elke 100 gram extra voeropname van een prestarter of speenvoer voor het spenen resulteert in 50 gram extra groei per dag in de biggenopfok? Het streven is om elke big 300 tot 500 gram voer voor spenen te laten opnemen. Maar er leiden meer wegen naar Rome. Bespreek daarom het voeradvies voor uw biggen met uw biggenspecialist.
Tekst: ForFarmers