Column: Op bezoek bij innovatief eitje
Het concept is bedacht om een totaaloplossing te bieden voor de onvolkomenheden die er in de moderne legpluimveehouderij zijn of die de maatschappij meent dat er zijn. Uitgangspunt is een scharrelkippenstal, waar de dieren dus met velen bij elkaar in een stal zitten en eieren leggen in de legnesten. Als ik een nieuw concept had moeten bedenken, was ik uitgegaan van een houderij in kooien omdat ik denk dat kippen beter gedijen in kleinere groepjes, maar ik heb geen verstand van kippen. En…het concept is bedacht door Vencomatic, producent van onder andere legnesten.
Drie sterren
De rondeelstal bestaat uit vijf stallen van 6.000 kippen die met de kopgevels in een rondje zijn gezet waardoor dus de achtergevels een grote cirkel vormen. De spieën tussenin worden gebruikt als overdekte uitloop. Verder is er rondom nog een niet overdekte uitloop die in geval van dierziektes en ophokplicht kan worden afgesloten.
Er is dus voldaan aan de wens om een kip een dierwaardig bestaan te geven. De kip kan op stok, in alle rust een eitje leggen in het legnest, scharrelen in de (kunst)wei en buiten een stofbad nemen. De dierenbescherming heeft het systeem dan ook 3 sterren gegeven, net als biologisch.
Wat milieubescherming betreft, is het systeem veel beter dan biologisch. De mest komt op mestbanden terecht en wordt op een energiezuinige manier gedroogd, minder mest en veel minder ammoniakuitstoot.
En ook op het gebied van dierziektepreventie heeft dit model een grote voorsprong op het biologische. De kippen hebben wel licht en buitenlucht, maar worden niet besmet door rondvliegende (en schijtende) vogels en in geval van dreiging van dierziektes kunnen de dieren worden opgesloten zonder veel achteruitgang van leefruimte en licht en lucht.
Ook is er nog aandacht besteed aan het uitleggen aan het (grote) publiek van het systeem, er is een bezoekersruimte en er zijn gangen waar men achter glas op kiphoogte de leefruimte kan bekijken. Zo kun je nog eens een kip recht in de ogen kijken (en andersom).
Verdienmodel
Een aspect blijft nog een beetje een heikel punt en dat is het verdienmodel. En dat is jammer, alle problemen zijn opgelost, behalve dat van de boer. De verkoopprijs van de eieren ligt net onder het niveau van biologische eieren en daarmee kan blijkbaar het systeem niet uit. Dus moet er iets gebeuren. Wellicht kan er iets goedkoper worden gebouwd als er meer van dit soort stallen komen, maar of dit heel veel voor de kostprijs van een ei zal betekenen weet ik niet. Technisch blijkt het systeem op een gelijk niveau te draaien dan traditionele stallen dus daar valt ook niet veel te halen.
Misschien dat de verkoopprijs nog wat omhoog mag. Waarom moet men onder de prijs van biologische eieren gaan zitten terwijl het op alle aspecten een beter of gelijkwaardig systeem is?
Als de burger werkelijk met milieu en dierenwelzijn begaan is, kan die beter een ei uit een soortgelijk innovatief systeem kopen dan een biologisch ei dat maar voor een gedeelte een oplossing biedt en zelfs nog meer kans geeft op salmonella. Ik zie de biologische sector steeds meer als de Amish in Amerika, die bepaalde moderne technieken op religieuze gronden afwijzen en met die beperkingen weer zo efficiënt mogelijk proberen te werken zonder echt nog te weten waar die beperkingen eigenlijk voor zijn opgelegd.
Willem van den Akker
Tekst: Willem van den Akker