Column: Hoe blijf ik boer (1)
Met de EPP gingen we naar Denemarken, totaal 300 congresgangers. De Denen waren in al hun inleidingen duidelijk, we gaan naar 40 biggen en wel zeer snel. Noodzakelijk om de sterk stijgende kostprijs te verdunnen door meer dieren per zeug te produceren. Zo zagen we een zestal zeugenstallen waar nu al 33-34 biggen per zeug gespeend worden. Op een bedrijf met 2200 zeugen wat ik zelf bezocht was 1 man fulltime bezig met stro in ruiven te verstekken aan alle zeugen. Dit was weer een extra gratis verplichting, de mest in de stal moest flink rond gepompt worden om verstoppingen te voorkomen. Ik volg hun manier van kostprijsverdunning met 40 biggen per zeug, al heb ik er ook de nodige bedenkingen bij.
Meerprijs concepten
De innovatiedagen in Sterksel waren prachtig van opzet, een mooie mix van praktijkproeven en beursstandjes. Vooral zaken in onderzoek die flink extra geld kosten en over het algemeen niet de productie verhogen. De heersende gedachte van de onderzoekers is dat het conceptmatig vermarkt moet worden tegen hogere prijzen dan gangbaar. Het bedrijfsleven ziet vooral ook eigen broodwinning, pak als voorbeeld het vrije kraamhok. Allen al in Nederland zo’n 200.000 kraamhokken die niet voldoen en bovendien veel te klein zijn, een gigantische nieuwe aanboring-markt voor bouwers en stalinrichters. Over de realiteit van meerprijzen conceptvlees is hier al meer dan voldoende gezegd.
Regie op eigen erf
De familie Tijs in Heeten hield afgelopen zaterdag een open dag en een studiemorgen voor zelfmengers van voer. Op hun bedrijf met 1450 zeugen en 3500 vleesvarkens maken ze alle droogvoeders volledig zelf met inzet van een achttal grondstoffen en kernen. De 29-jarige Remko Tijs was duidelijk in zijn inleiding, binnen drie jaar verdient hij zijn eigen droogvoerfabriek op het erf terug en dan is het kassa. De 2 euro voordeel per 100 kilo die hij noemt is reëel en inderdaad voldoende voor de terugverdientijd. Remko heeft zelf een aantal jaren als voeradviseur gewerkt en refereerde in zijn inleiding een aantal keren aan de kennis die hij haalt van de UniFar boerenclusters op het digitale FarmFocus Platform.
Producentenplatform
Dit zijn zo al drie routes om tot een betere marge te komen en combinaties zijn mogelijk. Ieder kiest zijn eigen route en is daar zelf voor verantwoordelijk. Niets doen is einde oefening. Vooral anderen zijn het meest gebaat bij de eerste twee opties, de boer vooral bij eigen regie. Ik ben dan ook zeer verheugd dat NVV en LTO Vakgroep uitgesproken hebben dat er een gezamenlijke formele producentenorganisatie komt waarbij de boer aan het roer staat. Velen hebben belang bij ons als boer, zelf hebben we vooral belang bij een hogere marge. Collega’s vinden het geweldig dat bedrijven hun boerenerf overlopen met aanbiedingen, de kassa rinkelt echter pas wanneer je niet meer interessant bent…..