Column: Het verschil is het imago
Ik probeer in mijn (bestuurlijk) werk en als twitteraar (@huubfransen) de positieve kanten van onze mooie sector duidelijk te maken. Dat we problemen genoeg hebben om op te lossen weten we zelf ook wel en daar wordt ook hard aan gewerkt. Maar de beleidsmakers in Brussel en Den Haag moeten zich ook realiseren waar we het allemaal voor doen: veilige voedselvoorziening en economische groei.
Wereldvoedselvoorziening
Eind juni was ik op een congres waar de wereldvoedselvoorziening centraal stond en dan met name het dierlijk eiwit. In 2050 leven er 9 miljard mensen op deze aarde die een grotere behoefte hebben aan dierlijk eiwit. Dat is dus een enorme groeimarkt die gepaard gaat met de uitdagingen van milieubelasting en dierenwelzijn. Nu behoren we wat de duurzame productie van dierlijke eiwitten betreft in Nederland tot de wereldtop!
Wij produceren
Als iedereen in de wereld produceert zoals wij in Nederland doen, is er geen enkel probleem de wereld te voeden. Dat is duurzaam want er worden zo weinig mogelijk grondstoffen (grond, water, voer) gebruikt. Het probleem is dat onze kennis niet zomaar geëxporteerd kan worden naar de rest van de wereld en dat die infrastructuur die we hebben opgebouwd niet zomaar te kopiëren is. Dus mogen wij produceren voor de wereld. ‘Local for global’ heet dat in mooi Nederlands.
Het verschil
Daar zouden we dan tevreden over zijn, ware het niet dat een deel van de ‘Local’ bevolking (Nederland dus) het daar niet mee eens is. Productie hier betekent namelijk belasting van onze woonomgeving. Dat hoeft op zich geen probleem te zijn want dat doen de haven van Rotterdam, Schiphol, ASML etc. ook. Het verschil is het imago. We moeten deze boodschap dus beter naar buiten brengen. Onder elkaar (zoals ook op het hierboven genoemde congres) zijn we het wel eens. Maar zoals daar één van de sprekers zei: praat met je omgeving, zij geven je de license to produce