Column: We nemen onze onafhankelijkheid terug
Het is zo ver, Karine (mijn vrouw) is dan eindelijk geïnstalleerd op onze boerderij. We hebben ons eindelijk door de rompslomp van formaliteiten en papierwerk heen geworsteld. Na een aantal studies, een boerencommissie die haar installatie moest goedkeuren en natuurlijk een paar afspraken bij de bank kunnen we nu verder werken aan ons project.
Eigen baas zijn
Ons project is aan de ene kant onze eigen afzet verdubbelen, van één koe naar twee koeien per maand en van twee à drie scharrelvarkens naar een stuk of zes per maand. En aan de andere kant stappen we ook uit de vleesvarkensintegratie waar tot nu in zaten.
We nemen onze onafhankelijkheid terug. We gaan weer voor ons zelf werken. Eerst op een kleinere schaal gaan we dat nu doen (we zouden 100 biggen per afdeling inleggen in plaats van 168). Dit gebeurt met betere economische resultaten voor het bedrijf. En dan ook, het is niet het minste, dat fijne gevoel om gewoon je eigen baas te zijn. Ik had het persoonlijk wel gehad met de mensen die je bedrijf op komen lopen alsof het van hen is en mij dan ook nog als een beetje domme knecht behandelen die incapabel is om zelf beslissingen te nemen.
We hebben al twee supermarkten die onze ‘roostervarkens’ willen hebben. Enfin, niet het geheel van onze varkens, maar de karbonadestrook. We moesten dus op zoek naar een manier om de andere stukken vlees kwijt te raken. Die hebben we gevonden bij een ‘salaison’ (pekellaar) uit de Auvergne die de rest in gedroogde ham en worst gaat verwerken.
Eruit gezet worden
Omdat we zelf alles organiseren en geen varkens meer gaan leveren of biggen afnemen, zullen we waarschijnlijk in het nauw komen met de ‘groupement’ waar we tot nu toe tot toebehoorden. Ze verliezen werk door ons en we zullen waarschijnlijk er uitgezet worden.
Deze ‘groupements’ (een typische Franse uitvinding) waren destijds door de boeren opgezet om de makt te organiseren tussen de boeren en de slachthuizen en de belangen van de boeren te behartigen. Als varkensboer ben je zo goed als verplicht om lid te zijn van een dergelijke ‘groupement’, anders kun je niet bij de grotere slachthuizen en op de vleesmarkt terecht.
Jammer genoeg zijn deze organisaties uit de voegen gegroeid en van de boeren vervreemd. Ze gedragen zich nu meer als tussenpersoon en hebben hun eigen slachthuizen. Bij ons in de streek hebben we niet eens de keuze meer en is er nog maar een ’groupements’ over. Het heeft zo’n sterke monopolie dat, op het moment deze geen varkens meer leverde aan een bepaald slachthuis, omdat deze niet mee wou doen in de prijsdalingen, dit slachthuis in minder dan drie weken over de kop is gegaan.
Zelf op zoek
Hoe zelfstandig dan ook, je bent dan toch weer op een of andere manier voor iemand anders aan het werken die ook nog eens een serieus deel van de winst in eigen zak steekt. Met onze directe manier van werken zonder tussenpersoon bij het slachthuis, de supermarkt en de pekellaar houden wij de winst in onze eigen zak. Het grootse nadeel is de aanvoer van biggen die ook door deze ‘groupement’ wordt geregeld. We moeten nu zelf op zoek naar onze biggen en omdat meer dan 90 procent van de varkensboeren lid zijn van een ‘groupement’ is dit nog de moeilijkste taak.
Aangezien dat we mee hebben gedaan aan de financiële redding van het lokale slachthuis gaan we er onze varkens laten slachten en versnijden en is het verlies van de toegang tot de slachthuizen van de ‘groupement’ ook geen probleem meer.
Nieuwe markt
Voor de scharrelvarkens heeft zich ook een nieuwe markt gepresenteerd. Er is een nieuwe slager in het dorp aangekomen, en deze is zich spontaan komen presenteren met de vraag of wij ook scharrelvarkens te koop hadden. Natuurlijk, zolang hij geen probleem heeft met het feit dat wij zelf ook vlees afzetten. „Nee hoor, mensen de een paar karbonades bij mij kopen zijn toch meestal niet dezelfde als degene die vleespakketten bij een boer kopen”, was zijn antwoord.
Nou vorige maandag is dus het eerste scharrelvarken voor hem geslacht, gisteren heb ik het afgeleverd en de slager was dik tevreden. Er hangt nu een mooie poster van ons bedrijf in zijn slagerij wat ook nog eens gratis reclame is en een kleine revanche op het destijds grotedeels anti varkensstaldorp.
En in de tussentijd is een collega van hem uit een dorp zo’n 40 km verderop ook langs geweest, of wij twee scharrelvarkens per week kunnen leveren. Natuurlijk! En zo is het (eindelijk) zo ver, het balletje is goed aan het rollen: korte lijnen tussen consument en producent, letterlijk en figuurlijk en beide partijen varen er wel bij!
Tekst: Pieter-Willem Hendriks