Column: Het tij zit ons eigenlijk best mee
Met productie draaien we net gemiddeld, met de voerkosten flink lager, toeters en bellen komen ons bedrijf niet in, de vraag van het varken regeert en niet het aanbod.
Intensieve Landbouw
Onze vaste huisslager en showroomcateraar won meerdere prijzen voor ondermeer duurzaamheid. Wat doet hij extra? Helemaal niks in de zin van E-nummers en andere toevoegingen, gewoon lekker puur vlees en een uitstekende service. Voor een goed en eerlijk stuk vlees heeft de consument best een halve euro extra per kilo over. Meer niet en dat is ook niet nodig, gangbaar vlees voldoet prima aan de eisen van verantwoorde voeding.
De crisis heeft ons duidelijk gemaakt dat bij hogere vraagprijzen er een kopersstaking optreedt. De verwachting is dat dit ook niet gaat veranderen. Ik ben blij dat de partijraad van de VVD uitgesproken heeft dat Nederland meer in moet zetten op intensieve landbouw en minder overheidsbemoeienis. Onze voedselboerderijen hebben de toekomst, daar horen niet al te veel toeters en bellen bij. En het mooie is dat de meeste Nederlandse varkenshouders hier al helemaal klaar voor zijn. Daar zijn we niet nog eens weer een stapel rapporten, bureaucratische maatregelen en controles voor nodig.
Zelf grenzen stellen
Wie goed oplet merkt dat het gekakel van dieractivisten steeds minder gehoor krijgt. Jan Modaal deed er al niks op uit, Jan Moraal prikt er doorheen en Jan Donateur vindt dat hij zijn geld wel beter kan besteden. Het besef groeit dat steeds minder boeren steeds meer en vooral beter voedsel produceren. Wel moeten we als producenten zelf borgen dat we nu niet door gaan schieten.
In de showroom werd er flink met Schippers Bladel gediscussieerd over maatschappelijke acceptatie van hun Hy-Care-kraamhokken. Nou denk ik dat hier best goede elementen in zitten die onderzoek behoeven.
Veel kritischer kijk ik tegen moederloze opfoksystemen aan die het probleem weg moeten poetsen dat zeugen hun eigen biggen niet meer groot kunnen brengen. Een consortium van deze couveuses, genetica en melkpoedertjes hebben alleen dollartekens in hun ogen. Zij krijgen niet de maatschappelijke drek over zich heen gestort, deze is exclusief voor boeren bestemd. Het zijn dan ook de producenten zelf die hier hun grenzen aan moeten geven.
Omgekeerd denken
Met prijzen als die in 2012 en 2013 moeten we de kost kunnen verdienen. Dat zou best gaan wanneer de voerkosten op het niveau van enkele jaren geleden zouden liggen. Dat gaat echter niet gebeuren, graan voor 11 cent komt niet weer terug. We moeten leren omgekeerd te denken, van aanbodgericht naar vraaggericht. Als voorbeeld uitgaan van eigen voerreceptuur en deels losse grondstoffen, daarnaast fabricage en advisering als betaalde service.
Voor onze varkens geldt hetzelfde, niet alle aanbod accepteren, veel meer kijken naar de vraag van het varken. Het mooie is dat ons varken van nature geen toeters en bellen vraagt. We hebben dat zelf allemaal geïntroduceerd onder het juk van ongebreidelde productie. Wanneer we de commerciële druk niet kunnen weerstaan rammelen productiejunks straks 20 geboren biggen uit een geltenworp, doen moeders gelijk naar de slacht en ruilen alle kraamhokken in voor moederloze opfok. De technieken zijn er vandaag al om kraamhokken geheel overbodig te maken. Commercie blij en rijk, maatschappij boos en varkenshouder arm.
Producenten organiseren
Zelf eet ik veel varkensvlees en dan het liefst naturel, de sauzen laat ik graag aan een ander, een beetje jus is voldoende. Van onze slager weet ik dat hij het vlees ook in zijn waarde laat en niets afbreekt door toe te voegen. Van onze varkens weet ik dat ze binnen een intensieve bedrijfsvoering zo natuurlijk mogelijk gehouden worden. Wat niet perse nodig is voor het varken, komt er bij ons niet in en gaat de portemonnee niet uit. Liever met 30 biggen een tientje marge per big dan met 40 biggen een paar euro.
Onze ouders kregen een taart van de voerleverancier bij het behalen van 25 biggen, onze generatie een diner van de melkpoederleverancier bij 35 biggen en onze kinderen een weekendje weg van de couveusefabrikant bij de 45e. Tot slot die extra halve euro waarmee deze blog begon, de kunst is dat die voor de helft bij ons varkenshouders in de zak glijdt.
Ook dat zullen we echter zelf moeten organiseren middels producentenorganisaties met de focus op dat kwartje per kilo. Omgekeerd denken, geen dictaat uit rapporten van dure adviesbureaus, maar uitspreken in hoeverre we als producenten echt rendement door samenwerking willen behalen. Het tij zit ons eigenlijk best mee.