Column: Een spel van vage noteringen
Noteringen die op elkaar corrigeren, net zolang totdat iedere noteringscommissie zich belangrijk begint te vinden. Biggennoteringen zijn in feite niet interessant, het zijn slechts halffabricaten, waarbij alle producenten gebaat zijn bij goede vleesvarkensprijzen.
Direct zaken
Het repeterend gemor over biggennoteringen geeft enkel weer dat boeren elkaar niet vertrouwen, anders deden ze wel direct zaken met elkaar. Slachterijen die meegaan met slachtnoteringen tot het moment dat ze door middel van huisprijzen hun tanden laten zien.
Hoewel ik het zelf met mijn slachtvarkens niet doe, heb ik wel respect voor collega-varkenshouders die een rondje bellen voor hun slachtrijpe varkens in plaats van ze blind mee te geven. Respect ook voor handelaren die zich nog zo mogen noemen, de meesten zijn immers vrachtrijders in directe of indirecte dienst van slachterijen.
Door toegenomen schaalgrootte kunnen de grootste handelaren met één cent marge per kilo jaarlijks een miljoen euro netto aan leuke speeltjes besteden. Ik heb daar ook geen moeite mee, wat is nou één cent (0,6 procent) winst per kilo?
Groeiende vraag
Waar we met zijn allen belang bij hebben, is een structureel hogere prijs, al zie ik het er op korte termijn niet van komen. Op lange termijn wel, hoogwaardig voedsel wordt schaars. Niet alleen door een groeiende vraag, ook vanwege een afnemend aanbod aan jonge boeren.
Marktconcepten hebben tot heden onvoldoende zoden aan de dijk gezet. Het is duidelijk dat slechts een klein deel elite meer wil betalen voor een klein deel van het varken. Bij het overgrote deel treedt zelfs een kopersstaking op bij hoge prijzen. Kortom, het thema markt is veelbesproken, kwaliteit, resultaat en kostenbewaking zetten echter samen meer zoden aan de dijk.