Column: We strijden tegen een kleine, elitaire groep
De nieuwe markthal in Rotterdam is fantastisch. Het is niet alleen een architectonisch hoogstandje, het is ook een ware foodbeleving! De mooiste producten worden in een inspirerende omgeving aangeboden. Daar krijg je spontaan honger van. De Nederlandse landbouw is ook aanwezig met de ‘wereld van de smaak’, voortbordurend op de stand die men ook had op de Floriade. Helaas is de varkenssector daar nog niet goed vertegenwoordigd. Daar moeten we wat aan doen.
Geen kritiek à la Wakker Dier
Met Passion for Pigs on tour wilden we de Rotterdammers (en de duizenden toeristen) prikkelen met de verrassende mix van varkens en design. Op 17 september en op 4 oktober (dierendag) waren we weer aanwezig met diverse kunstenaars om varkens te beschilderen. Dat trok veel publiek en daardoor was er voldoende gelegenheid om in gesprek te gaan met burgers over varkensvlees en de varkenshouderij. Dat was erg leuk en motiverend.
Er waren maar zeer weinig (eigenlijk geen) burgers die kritiek hadden à la Wakker Dier. Men vindt het boerenvak een nobel beroep en snapt heel goed dat dieren in een stal worden gehouden. En natuurlijk worden ze een keer doodgemaakt om te worden opgegeten. Het gemiddelde inkomen in Rotterdam is lager dan in Wassenaar of Amsterdam-Zuid, men wil dus wel graag een betaalbaar stukje vlees. Dan kunnen varkens natuurlijk niet in de wei lopen.
Geweldige marketingmachine
De tuintjes in Rotterdam zijn niet zo groot dus we hebben niet meteen varkens kunnen verkopen. Er waren echter wel mensen die spontaan willen doneren om ons te ondersteunen met het positieve verhaal over de varkenshouderij. Een zichtstal in de buurt van Rotterdam zou ook goed zijn. Sommige mensen willen graag de varkens (en de boer) in het echt zien.
Het is erg prettig om dergelijke geluiden te horen terwijl we zo ver van huis zijn. Het lijkt erop dat we strijden tegen een kleine, elitaire groep mensen. Mensen die echter wel veel invloed hebben en beschikken over een geweldige marketingmachine. Daar moeten we met een sterk collectief toch wat tegen kunnen doen.
Onbekend maakt onbemind en dat we daar nog veel te winnen hebben, blijkt uit de volgende uitspraak die ik opving in Rotterdam: ‘Oh, kijk daar eens wat een mooie koeien!’