Column: Er wordt goed verdiend
Goede graadmeesters voor de ketenwinst zijn de beurzen zoals volgende week LIV Hardenberg en enkele weken later Eurotier Hannover. Bedrijven laten zich van hun beste kant zien, spenderen tientallen miljoen euro’s aan nul-nieuwswaarde, een herhaling van zetten.
Een groep boeren gaat een kijkje nemen, anderen geven de kaarten aan opa en oma, die een gezellig dagje uit hebben. Zelf ga ik ook naar beide beurzen, Hardenberg een paar uurtjes en Hannover een dag. het is immers mooi om te zien dat het geweldig goed gaat in de keten, alles glimt en blinkt.
Dienaars en leiders
Individuele ketenspelers zullen er anders over denken, varkenshouders bijvoorbeeld ervaren geen grote winsten. Tegelijkertijd zijn ze ingenomen met beurskaarten, cadeautjes, bergen reclamefolders en gratis koffiebezoeken aan huis.
Belangenbehartigers vinden het best en laten zich zelf ook maar wat graag sponsoren door de rest van de ketenpartijen. Alleen al deze feiten geven de verhoudingen in de keten goed weer: Leveranciers en afnemers zijn leidend, de boer is dienend. Hij voelt zich zelfstandig ondernemer, maar besteed de regie over zijn bedrijf uit.
Rollenspel
Of de POV hier verandering in aanbrengt is de vraag, het staat of valt met de voorzitter, die blanco instroomt en geen lang bestuursverleden in LTO/NVV heeft. Ik onderschrijf het belang van een goede producentenorganisatie ten zeerste, het rollenspel van dienend en leidend zal echter een hele taaie worden.
De groep varkenshouders die structureel geld verdient (25 procent) zal koersvast willen blijven en op de eigen bedrijven eigen regie willen voeren. Zij betalen niet of nauwelijks mee aan de feestjes van leveranciers en laten dit over aan anderen.
Op de knieën
Wanneer de POV slaagt worden LTO en NVV overbodig. Wanneer het de leiding in de keten niet oppakt, zullen alle leden op een houtje gaan bijten. De huidige 25 procent winstpakkers, minder dan 1.000 producenten, zullen dan ook op de knieën moeten en de regie overgeven aan enkele ketenpartijen die staan te popelen om integraties á la Van Drie te vormen.
Het lijkt misschien een doemscenario, maar op veel plaatsen in de varkenswereld al lang een gegeven. Ook de melkveehouders hebben zich al neergelegd bij een onomkeerbare dienende positie.
Verdienmodel en geluk
De komende tien jaar verandert er meer in varkensland dan in het afgelopen decennium. De keten blijft geld verdienen. Voor producenten is het grootste belang hoe we ons deel ervan mee krijgen en even belangrijk, waar we gelukkig van worden.
De huidige 5.000 varkenshouders zullen we niet behouden, de POV kan zich beter richten op 1.000 leden die nog los te weken zijn van tradities. Niet aanleunen tegen politici, positie nemen in de keten. Nu al uitspreken dat de POV de eerstvolgende beurs organiseert, doelgroep van beide is immers de boer.