Column: De boodschapper en zijn boodschap
Don’t shoot the messenger, oftewel schiet de boodschapper van slecht nieuws niet af. Ophef alom over een “schokkende” LTO-notitie. „In 10 jaar van 5.000 naar 1.000 varkensbedrijven en tevens een halvering van het aantal melkveebedrijven. Vleesvarkenshouderij niet langer rendabel te maken in Nederland”. Ik kan me nog goed herinneren dat LTO kort na de oprichting in 1994 ook met een notitie kwam waarin gerept werd over een reductie naar 7.500 varkenshouders.
Ook toen was de verontwaardiging groot, wijlen Wien van den Brink sprak er grote schande van, „zo ga je niet met leden om”. Toen wisten echter velen al dat het weldra uit zou komen, zo ook vandaag niet anders. Voor een visie is het noodzakelijk trends door te vertalen en niet bewust te omzeilen. Beter korte pijn in een sterke notitie vooraf, dan lange chronische ellende door om de hete brij heen te draaien.
Trends en visie
Dat we onze sector in moeten stellen op hooguit 1.000 varkenshouders, benoemt FarmFocus al vele jaren. De vleesvarkenshouderij schrijf ik zeker niet af, hooguit het deel wat volledig afhankelijk is van mengvoer. Voor de melkveehouderij lijkt mij een halvering in 10 jaar veel te optimistisch gesteld, het scenario in de volgende afbeelding van een paar jaar terug komt naar mijn inschatting dichter in de buurt.
LTO is niet blind en ziet en schetst ook de ontwikkeling in regievoering. Zoals Van Drie het in de kalversector voor het zeggen heeft, zo gaat Friesland volledig de lakens uitdelen in de melkveehouderij. Iedereen hoopt dat het dan een Van Drie-model wordt, evengoed kan het een Vion-model worden, waarbij de afstand tot de boer niet langer meetbaar blijkt.
Voor de varkenshouderij is het te hopen dat Vion snel overgenomen wordt door een sterke partner. Het zou mij niet verbazen dat in navolging van de succesvolle geneticastappen de Denen nogmaals ons land aandoen en daarmee definitief hun stempel hier neerzetten. In belangen gaan varkenshouders zelf de regie voeren, de boer aan het roer. Uiterst wenselijk maar ook spannend, het lijkt mij noodzakelijk om daarbij grootte en aantallen te benoemen en razendsnel grensoverschrijdend met collega’s in Duitsland, Denemarken en België op te trekken.
Sanering
De akkerbouw kiest voor een breed overlegmodel, zij voelen de tucht van de markt maar weten ook dat ze individueel altijd warm kunnen saneren. Voor de melkveehouderij geldt dit deels ook, de grondprijzen weerspiegelen wat dat betreft hoe goed het de sector gaat. In de varkens- en pluimveehouderij beleeft de helft van de stoppers een persoonlijk drama.
Met een duizelingwekkende sanering van 80 procent in 20 jaar en het zicht op nog eens 80 procent reductie is niemand verzekerd van een toekomst als varkenshouder. Zelf hou ik ook immer rekening met worst-case-scenario’s voor ons eigen bedrijf, iedereen zou dat moeten doen.
Benoem en handel
FarmFocus pleit naast een visie en taakstellend uitvoeringsplan, voor een alomvattend draaiboek, opgesteld door en voor de gehele keten varkenshouderij. Elk boerengezin moet deze op de keukentafel kunnen bespreken, waar gaan we naar toe en wat zijn de scenario’s. Daar hoort een zo sociaal mogelijk saneringsplan bij, ketenbreed opgesteld door de POV, voerindustrie, banken en afnemers.
De overheid kan faciliteren en dient ook zelf helder uit te spreken wat zij wenst richting binnenlandse voedselproductie, handelsbalans en landschappelijke waarden. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden.
Bron: FarmFocus