Column: Allemaal boer met Carnaval
Ooit was carnaval bedoeld om nog even goed te genieten voordat we de veertig dagen vasten ingingen. Nu is het een volksfeest waarbij de dingen op zijn kop worden gezet. Iedereen is gelijk doordat men allemaal verkleed is en de burgemeesters laten het besturen van het dorp over aan Prins Carnaval. En in Brabant heeft ook de commissaris van de Koning zich hierbij aangesloten. Dat is mooi.
Trots op onze boeren
Wat ook op zijn kop staat, is dat we weer allemaal boer zijn. Honderden mensen dragen een boerenkiel, maar het barst ook van de varkens, koeien en kippen. Met carnaval hebben de dorpen een andere naam. Veel plaatsen hebben een boerennaam. Zo heet Veghel Kuussegat, in Uden heten ze de Knoerissen en in Odiliapeel de Schaopenwaesers.
Gelukkig zijn we diep van binnen nog trots op onze boeren. En terecht natuurlijk, zij brachten de welvaart in Brabant. Vandaag de dag is het allemaal niet zo dik. Prijzen van varkens zijn laag, voerprijzen zijn hoog en de verplichte investeringen duur.
Daling voerprijzen
De komende tijd gaat dat hopelijk op zijn kop. De varkensprijzen zijn weer stijgende en van de voerprijzen verwacht ik vanaf het tweede kwartaal een daling. Aanbod van voergrondstoffen lijkt de komende tijd ruim te zijn. Hopelijk gooien de onrusten in de wereld en de zwakke euro geen roet in het eten.
De overmatige consumptie van drank en eten tijdens het carnaval zullen niet bepalend zijn, maar naar ik hoop helpt het een beetje. Als we dan woensdag 18 februari weer ontwaken uit onze roes gaan we een mooie lente tegemoet.