Column: Leren van Volkswagen
Het lijkt erop dat ook Volkswagen tegen de torenhoge eisen van de maatschappij aanloopt. De consument vertoont schizofreen gedrag: wel een zuinige auto willen, maar geen prestaties inleveren en er voor betalen al helemaal niet. De auto-industrie (en zeker Volkswagen) is rijk, verdient veel geld en heeft een machtige lobby. Maar zelfs dan moet er op het scherpst van de snede worden geconcurreerd.
Die schizofrene consument maakt het ons ook lastig. In het stemhokje wordt gestemd op mensen die milieu- en dierenwelzijn willen verbeteren ten koste van alles. Dat een circus failliet gaat en wordt verplicht zijn grootste publiekstrekkers (de wilde dieren) buiten te zetten, boeit ze niet. Dat zijn taaie tegenstanders en ondernemers zullen dus de grenzen moeten opzoeken om te overleven.
Ondanks alle problemen, of liever uitdagingen, moeten we proberen het netjes te doen. Eerlijk duurt het langst en zelfs een machtig instituut als Volkswagen valt een keer door de mand. Het moet kloppen aan de binnen- en de buitenkant. Dus kunnen we ervoor zorgen dat, als we stallen bouwen, we ze inpassen in de omgeving. Het valt mij bijvoorbeeld op dat paardenmaneges vaak aan de buitenkant betimmerd zijn met hout en voorzien van het nodige groen. Dat lijkt vriendelijker dan een stenen stal.
Ook de binnenkant moet kloppen. Dus een luchtwasser die functioneert, orde en netheid, et cetera. Als we dat allemaal doen, zijn we dan in staat om irreële eisen van tafel te krijgen? Kan Nederland dan net zo trots zijn op een megastal als op een megahaven of een mega-olieraffinaderij?