Column: Ons varkensbedrijf eindelijk verkocht
We kunnen terugkijken op een goed einde van het jaar qua varkensprijzen, milieuvergunning voor de uitbreiding en de verkoop van het bedrijf. We hebben de laatste maanden alweer 30 cent bij de vleesvarkens gekregen en het ziet er naar uit dat er nog een verdere stijging in zit. De geruchten zijn dat het wel kan oplopen naar de 2,65 euro per kilo tegen het eind van 2015. In december zijn de prijzen 2,45 euro. Er is op het moment een tekort aan varkensvlees in Australië. Ze zeggen dat de consumptie van varkensvlees toeneemt. Ik weet niet of dit komt omdat de prijzen van rund- en schapenvlees zo hoog zijn, zodat de mensen meer varkensvlees gaan eten.
Momenteel worden er ook goede prijzen betaald voor schapen en runderen op de markt. Dit is normaal wel de tijd van het jaar dat er een tekort aan varkens is, meer vraag voor hammen voor Kerstmis en een lagere productie door de problemen met het hete weer in januari en februari, zodat de zeugen slechter dragend worden en kleinere tomen geven plus een paar meer verwerpers in de herfst dan normaal.
Nu de oogst begint en de eerste berichten niet zo positief zijn, we hebben nogal wat regen gehad, kan het qua prijs van het graan alle kanten op gaan. er was in deze regio genoeg graan, maar elders in Australië is het graan gemaaid voor hooi of het is niet de moeite om het te oogsten. Daar staat tegenover, dat door de regen tijdens de oogst, we meer graan krijgen dat lager in klasse uitkomt, zodat we meer voergraan hebben. Met de prijs kan het dus alle kanten op gaan.
Wat betreft de milieuvergunning, dat is nog niet rond maar hij komt in december in de gemeenteraad. De EPA (milieu-instantie) die het rapport moet beoordelen heeft het al wel goedgekeurd, dat is een stap in de goede richting. Er was nog een probleem dat moest worden opgelost door de gemeente. Een bepaalde instantie had gevraagd om uit te zoeken of er op deze locatie geen cultuurhistorische waarde ruste (aboriginal claim) nu is dit intussen uitgezocht en alles blijkt goed te zijn. Nu moet de gemeente alleen het bezwaar beoordelen dat is ingediend tijdens de eerste ter inzage legging van het milieurapport en dat zal dus in december gebeuren.
Het andere goede nieuws is dat we het bedrijf per 1 december 2015 hebben verkocht. We hebben het voorlopige koopcontract twee weken terug getekend met de voorwaarde dat de gemeente nog de goedkeuring voor de gebouwen (certificaten) gaf, aangezien we de laatste 14 jaren iets te hard hadden gewerkt en niet voor alle stallen, die we hadden gebouwd, een bouwvergunning hadden aangevraagd. We hadden ze wel op de uitbreidingsaanvraag staan, maar niet meer aangevraagd toen we ze gingen bouwen, zodoende zijn ze ook niet goedgekeurd en afgetekend door de gemeente. Nu hadden we geluk dat de gemeente een gedeelte van ons dossier kwijt was van voordat wij het kochten dus daar konden we wat spelen.
Overigens hebben we ook alles in eigen beheer gebouwd en naarmate we cash flow hadden en de stallen nodig hadden zodoende was het bijna onmogelijk om iedere keer de gemeente te moeten benaderen als we weer een keer wat bouwden. Toentertijd hadden ze bij de gemeente ook een bouwdeskundige die het niet strikt nam. De bouwcertificaten hadden we nodig anders kreeg de koper niet het geld van de bank dus op het laatst was het toch nog spannend of het wel allemaal zou doorgaan.
Dus nu gaat het bedrijf over naar de nieuwe eigenaar op 1 december, hij neemt alles over: varkens, rundvee, machines, gereedschap en medewerker. We kunnen nog vier maanden in het huis blijven wonen, in die tijd moeten we hem wel vooruit helpen met de kennis op het gebied van de varkenshouderij, hoe alles verloopt en werkt op het bedrijf.
Zelf weten nog niet wat we daarna gaan doen en op het moment staat alles nog open, maar we zijn in ieder geval blij dat we het bedrijf na twee jaar ‘in de verkoop’ nu hebben verkocht. Nu alles zo goed schijnt te gaan in de varkenshouderij hier in Australië hadden we over interesse voor het bedrijf geen gebrek, de laatste drie maanden waren er wel drie serieuze kopers.
Tekst: Egbert Selten